GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1966 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 19

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

GEN EN KENMERK

3

uitsluitend of bijna uitsluitend DNA in de aangevallen bacterie overgebracht. Dank zij dit DNA kunnen zich in de bacterie een groot aantal bacteriophagen ontwikkelen met dezelfde eigenschappen als de oorspronkelijke, infecterende bacteriophaag. Het feit, dat de genen uit DNA bestaan maakte het mogelijk om de reactieketen van gen tot kenmerk op te sporen bij die genen, die een rol spelen bij de eiwitsynthese, nadat bekend werd, dat de synthese der eiwitten zeer nauw aan nucleinezuur is gekoppeld. Aard en eigenschappen der eiwitten hangen zowel af van aard en aantal als ook van de onderlinge volgorde der samenstellende aminozuren. Daar dit alles erfelijk bepaald is, moet de samenstelling van een eiwit zijn af te leiden uit de speciale structuur van het betreffende gen. Alle DNA moleculen zijn opgebouwd uit een groot aantal nucleotiden. Elke nucleotide bestaat uit een molecuul fosforzuur, desoxyribose en een stikstofbase. Het onderscheid tussen de nucleotiden wordt veroorzaakt door de aard van de stikstofbase. Bij het DNA zijn het de purinen adenine en guanine en de pyrimidinen cytosine en thymine. Deze nucleotiden vormen bij het DNA twee draden of strengen, die beide uit met elkaar afwisselende fosforzuur- en desoxyribose moleculen bestaan. Beide draden zijn spiraalvormig gewonden en door middel van de stikstofbasen aan elkaar verbonden tot een dubbelspiraal. Deze vasthechting is niet willekeurig, maar steeds bindt een purine zich aan een pyrimidine en wel adenine aan thymine en guanine aan cytosine. Men kan de beide draden als eikaars complement beschouwen. Bij de vermeerdering van het DNA laten de stikstofbasen weer van elkaar los en iedere spiraal vult zich aan met zijn complement. Op deze wijze zijn er twee DNA moleculen ontstaan, die elk voor zich precies gelijk zijn aan het oorspronkelijke molecuul. De verschillen tussen de verschillende soorten DNA worden veroorzaakt door de verschillen in onderlinge volgorde der stikstofbasen. Deze volgorde zal dan ook de aard van het te vormen eiwit moeten bepalen. Dit verband tussen het DNA van het gen en het gesynthetiseerde eiwit is echter niet direct. Dit blijkt al dadelijk hieruit, dat het gen in een chromosoom in de kern is gelegen en de eiwitsynthese hoofd-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1966

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 368 Pagina's

1966 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 19

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1966

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 368 Pagina's