GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1968 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 49

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

JOH. BLOK

29

het eerste wat studenten moeten horen. Wetenschapsbeoefening is een hoogst subjectieve aangelegenheid. De aanpak van een probleem wordt sterk bepaald door aanleg, smaak en intuïtie. Pas geleidelijk aan, in een moeilijke intellectuele „worsteling" voegen de lijnen zich samen tot een innerlijk consistente theoretische beschrijving van de onderzochte werkelijkheid of althans van die elementen daaruit, die in het betreffende „denkkader" relevant zijn. Dit vormt juist de charme van de wetenschapsbeoefening. Zonder inzicht in het bouviqDroces wekt het gebouw bij de student in het algemeen slechts ontzag en geen enthousiasme. Ten tweede — en dit is nog ernstiger — miskent een objectief exposé van wetenschappelijke verworvenheden het persoonlijke, subjectieve element in de wijze waarop door de nog niet geschoolde hoorders de nieuwe feiten en betrekkingen worden opgenomen. Dit geschiedt nimmer zonder relatie met wat in hun voorstellingswereld reeds aanwezig is. Hoe objectief een college moge zijn, het kan nimmer objectief worden verwerkt. De nieuwe kennis beïnvloedt de oude en andersom. In extreme gevallen zijn zelfs innerlijke conflicten mogelijk. Daarom bewijst een docent zijn hoorders èn de wetenschap die hij vertegenwoordigt de beste dienst door te streven naar een persoonlijke kennisoverdracht met expliciete vermelding van misverstanden die kunnen rijzen, met waar mogelijk een aanduiding van relaties tot de totale werkelijkheid, met uitdrukkelijk aangewezen maatschappelijke consequenties van zijn wetenschap etc. Hij zal moeten attenderen op het psychologische verschijnsel, dat dingen die men vaak gehoord heeft, als vanzelfsprekend worden geaccepteerd en op het verwrongen werkelijkheidsbeeld, dat men hierdoor verkrijgt. De historische ontwikkeling van de natuurkunde levert hiervan voorbeelden te over. Ook de opvatting, die de studenten zelf van de middelbare school meebrengen over de aard van de natuurkunde als wetenschap en over haar formularium, kan fungeren als een rijke bron van voorbeelden om zulke opmerkingen te illustreren. Het is mijn stellige overtuiging, dat men op deze wijze veel gemakkelijker de weg vrij maakt voor een onbevangen verwerking van de wetenschap als voorbereiding voor een zelfstandige beoefening er van dan door een uitgebalanceerde, objectieve, niet-historische weergave van feiten en relaties, vooral in de eerste studiejaren. Bovendien, en dit is in verband met het onderhavige onderwerp het cruciale punt, vergroot men door zogenaamde objectieve, ahistorische colleges het risico van onkritische verwerking van het weten-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1968

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 314 Pagina's

1968 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 49

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1968

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 314 Pagina's