GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1968 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 199

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

M. H. COHEN STUART

159

ding van de psychische conditie oproept ten aanzien van deze eigenschappen. Men kan zeggen dat de mens veranderlijk is. Hij verandert mee met de omstandigheden. ledere natie, ieder klimaat, iedere cultuur, ieder tijdsgewricht zou dan zijn eigen mens-type kennen. Aan de mens zou men kunnen zien wat zijn culturele achtergrond is, waardoor hij wordt bepaald en waarheen hij zichzelf richt. Wanneer men op dit punt niet verder zou willen gaan, besluit men tot een relatieve mensbeschouwing, waarbij de mens product van zijn omstandigheden is en zelfs behoort te zijn. De mens wordt echter gekenmerkt door zijn vermogen tot bezinning, tot reflectie, tot zelfherkenning, tot zichzelf-wording, tot distantie ten opzichte van de dingen die hem omringen. En vanuit deze distantie is hij in staat om tijdloos en cultuurloos boven de actuele historiciteit van zijn bestaan uit te stijgen en mens te zijn temidden van zijn actuele situatie, maar tegelijkertijd daar bovenuit. En boven de actualiteit kan hij deel hebben aan de mensheid in haar geheel, ook binnen andere culturen en ook in andere tijden. Op dat niveau is de mens door de eeuwen heen steeds zichzelf, en kan hij met andere mensen op hetzelfde niveau zich verstaan, ongeacht tijd, ruimte, cultuur of geschiedenis. Men kan dit aldus formuleren: door zijn mogelijkheid om als geestelijk mens te leven - boven het psychisch-biologische uit - is de mens uiteindelijk zichzelf en daardoor in diepste wezen ook mens. De belangrijke vraag is nu of de mens in deze zin aangetast kan worden door psychische beïnvloeding. Voorlopig ben ik tot de slotsom gekomen dat de mens niet wezenlijk in zijn menszijn kan worden aangetast, althans niet inhoudelijk. Maar hij kan wel formeel worden aangetast. Deze formele aantasting van zijn mens-zijn berust dan op de belemmering om tot de volwassen hoogte van het geestelijk menszijn te kunnen stijgen. Deze belemmering zou men ook een verduistering kunnen noemen: een humaniteitsverduistering, waarbij het donker wordt rondom de mogelijkheid werkelijk mens te zijn. Deze verduistering van het menszijn kan zeer goed het gevolg zijn van beïnvloeding van de psychische conditie. Wanneer de psychische conditie zodanig wordt beïnvloed door stimulerende en psychedelische farmaca dat de mens hetzij in een animale verhoging van zijn activiteitsniveau, hetzij in een psychotische vertekening van zijn waarnemingsgebieden wordt meegesleept.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1968

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 314 Pagina's

1968 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 199

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1968

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 314 Pagina's