1970 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 215

BOEKBESPREKING

175

c) Vlijm, L , (1967) „De natuur - evenwicht'", inaugurele rede Amsterdam, 29-6-67 d) Polemiek van L Vlijm en H R Woltjer „The survival of the fittest" en het toeval I, II en III m „Geloof en Wetenschap", jaargang 65 (1967), p 221-233 2) a) Thiadens, A J H , (1967) Reflecties over de continuïteit van het menselijk leven Kanttekeningen vanuit de biologie, Katholiek Artsenblad, 46, nr 10, p 280-287 b) Thiadens, A J H,(1969) De stamboekmens die met sterven mag, eurosboekje 1969-1, uitgave Werkgroep 2000 i s m Paul Brand, Hilversum 1969 c) Sporken, P , (1969) Voorlopige diagnose Inleiding tot een medische ethiek Utrecht, uitg Ambo, 1969 3) a) Vlijm, L , (1966) „Kennis over het dier en zijn omgeving, m verband met de situatie van de mens". Geloof en Wetenschap, jaargang 64 (1966), p 213-227 b) Thiadens, A J H , (1968) „Onze verantwoordelijkheid voor de toekomst". Streven 21, 653-660 c) Thiadens, A J H , (1969) Chemie, moleculaire biologie en de genetische code Waarheen willen wij de evolutie richten' Gamma Chemie, uitgave van de Koninklijke Nederlandse Chemische Vereniging, 1969 Chemisch Weekblad nr 22 d) Thiadens, A J H , (1970) „Toekomst als uitdaging" en „Toekomstonderzoek" (m press) Streven, juli-augustus 1970 e) Thiadens, A J H , en Smulders-Aghma, M J , (1970) „Huisarts van de toekomst van behandel-uur naar spreek-uur, op afspraak naar inspraak" Katernen 2000, nr 3, 1970 Uitgave van WoltersNoordhoff n v i s m Werkgroep 2000 f) Edwards, R G , (1966) „Mammalian eggs m the laboratory", Scientific American, 215, nr 2, p 72-82 g) Sporken, C P , 1(967) „Ethische reflexies over eugenese", Kathohek Artsenblad 46, n r 6, 146-154 REPLIEK OP DE RECENSIE VAN DR A J H THIADENS OP „GENETICA, EUGENETICA EN RACIOLOGIE" Voor de uitvoerige recensie, welke Dr Thiadens geschreven heeft op mijn boek, ben ik hem zeer erkentelijk Ik ben hem dankbaar, dat hij zijn critiek op mijn boek gegeven heeft vanuit een religieuze visie Er is een gemeenschappelijk uitgangspunt en toch zijn wij het helaas op zo weinig punten eens De critiek op het eerste deel richt zich vooral tegen enkele beschouwmgen, welke tot doel hebben om een relatie tot stand te brengen tussen „geloof" en „wetenschap" Vooral tegen mijn neo-vitalistische denkbeelden blijkt de recensent bedenkingen te hebben Het IS jammer, dat de recensent m dit verband het standpunt van Prof Van Melsen inzake het Mechanisme, Materialisme en Vitalisme zo uitvoerig weergeeft door hem een paar bladzijden te citeren, maar omtrent mijn neo-vitalistische opvattingen mets vermeit Het stanapunt van Prof Van Melsen m deze kwestie is mij bekend, maar ik heb er overwegende bezwaren tegen Prof Van Melsen meent, dat Vitalisme en Mechanisme (Mechamcisme m zijn terminologie) beiden uitgaan van de foutieve veronderstelling, dat er geen mysterie in de materiele wereld zelf besloten zou zijn, maar dat is m i met juist, althans is dit geen essentieel kenmerk van het Vitalisme Het ligt juist m de lijn van het Vitalisme er op te wijzen dat de natuurwetenschap de materiele werkelijkheid slechts zmtuigelijk benadert en daardoor dit zijnsgebied slechts gedeeltelijk 1 ent Met het Vitalisme is mijn eigen opvatting heel goed verenigbaai, dat wellicht aan elementaire deeltjes

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen