GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1971 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 268

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

208

DESCARTES EN HET GENEESKUNDIG DENKEN IN NEDERLAND

een grote belangstelling voor de geneeskunde aan de dag gelegd en er zich ook wetenschappelijk en praktisch op trachten toe te leggen. Er zou een lange lijst van medische schrijvers zijn op te stellen, met wier werken hij zich in zijn boeken of brieven min of meer bekend heeft getoond. Ongetwijfeld was hier meer dan een oppervlakkige belangstelling in het spel. Dit kan blijken uit het feit, dat hij bij zijn wetenschappelijk werk een medisch-hygiënische drijfveer in zich heeft gevoeld: in een schrijven aan de markies van New Castle (William Cavendish, 1592-1676) onthulde hij immers, dat de bewaring van de gezondheid steeds het doel van zijn studies was geweest. 2 Bij die gelegenheid gaf hij ook te kennen mèt Tiberius van oordeel te zijn, dat mensen van de leeftijd van 30 jaar genoeg ervaring dienen te hebben van wat hen schaadt of tot profijt is, om hun eigen geneesheer te kunnen zijn. Hij geloofde dan ook, voor zich zelf en anderen, dat het leven aanzienlijk verlengd zou kunnen worden — zelfs tot honderd jaar en meer. Aangezien deze mening van hem bekend was, heeft zijn dood op middelbare leeftijd commentaar uitgelokt, niet alleen bij koningin Christina van Zweden, aan wier hof hij in zijn laatste levensmaanden verkeerde^, maar zelfs in een nieuwsblad.4 Het pleidooi voor verwerping van alle autoriteitsgeloof en voor onbevooroordeelde waarneming en proef ondervinding, dat hij ondanks het sterk rationalistisch karakter van zijn denken heeft gevoerd, was niet alleen een prikkel voor de geneeskunde, maar wekte ook de indruk, dat hij zelf een natuurwetenschappelijk onderzoeker was. Deze indruk werd nog versterkt doordat hij als één der eersten in zijn Discours de la methode (1637) de nieuwe, revolutionaire theorie van de bloedsomloop, welke de Engelsman William Harvey (15781657) enige jaren tevoren (1628) wereldkundig had gemaakt, openlijk aanvaardde. Daarbij dient echter onmiddellijk te worden aangetekend, dat hij tegelijk Harvey's opvatting van de werking van het hart even beslist verwierp. Op dit zo belangrijke punt hield hij vast aan de oude conceptie van Galenus (130-200), die geloofde aan het „vuur" der ingeboren warmte (color innatus) in het hart, waardoor het bloed verhit wordt en als overkokende melk tijdens de maximale uitzetting (diastole) in de slagaders wordt uitgedreven. Door de overtuigdheid waarmede hij aan deze fundamenteel foutieve opinie vasthield,5 heeft hij ongetwijfeld de verheldering van de opvattingen bij enkele van zijn medische vrienden tegengehouden. Descartes nam ook zelf het ontleedmes ter hand en trachtte ana-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1971

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 324 Pagina's

1971 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 268

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1971

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 324 Pagina's