GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1971 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 29

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

C. VAN DER MEER

13

stelling bevestigend beantwoorden en daarnaar handelen, dan zou in dit geval achteraf blijken, dat wij onderzoekingen hebben gedaan van niet geringe omvang bij een levende patiënt zonder hem daar in te kennen. In plaats van hem in zijn lijden te helpen, zouden wij de patiënt geweld aandoen. Dit is tegen ons ethisch denken over proeven op mensen. „The patient must be absolutely sure that his doctor does not become his executioner" schrijft Jonas. Bovendien kan dan nog opgemerkt worden, dat wij nooit weten of de comateuze patiënt nog gewaarwordingen ondergaat en welke dit zijn (Aring). Ik meen, dat wij in ons ethisch denken en handelen nog niet toe zijn aan de procedure zoals Den Otter die voorstelt. Tegen dit probleem leunt nauw het vraagstuk betreffende de donor voor orgaantransplantaties. Organen voor transplantatie moeten in gezonde toestand verkregen worden. Overplaatsing van levende op levende mens, zoals dat bij parige organen als de nieren kan geschieden, heeft bepaalde voordelen. Bij transplantatie uit het dode lichaam dient het te transplanteren orgaan zo goed mogelijk, dat is uiteraard nog levend te zijn. Het mag nog niet door de cellulaire dood zijn getroffen, daar de transplantatie dan geen nut heeft. Ziedaar het dilemma: enerzijds de ontvanger, die het orgaan zo snel mogelijk na de dood van het lichaam van de donor moet ontvangen, anderzijds de donor bij wie het vaststellen van de dood zoveel moeilijkheden geeft en wiens verantwoordelijke medicus het daarom maar liever nog eens 24 uur aanziet. De medicus van de ontvanger wil zo snel mogelijk het orgaan overnemen voor de transplantatie, de medicus van de donor wil het zo laat mogelijk leveren. Illustratief is het volgende. Een jonge vrouw met een gezond lichaam doet een ernstige poging zich van het leven te beroven door het innemen van slaapmiddelen. Zij wordt op onze afdeling opgenomen, en intensief behandeld. De ademhaling stopt. Patiënte wordt beademd. Het lukt ook na enkele dagen niet haar spontaan te laten ademen. Het hart blijft slaan. Patiënte komt niet bij uit haar bewusteloosheid. Het E.E.G. wordt vlak en blijft dit. Dan hebben we te maken met een vrouw, die een hersendood toont, maar niet totaal, want de circulatie is zonder hulp nog goed. De ademhaling is kunstmatig en zij reageert niet meer op prikkels. Wat banaal gezegd: ze is bijna dood. De prognose is geheel infaust. Vanuit het oogpunt van transplantatie is het bijzonder belangrijk, dat hier een potentiële donor aanwezig is, waardoor twee patiënten aan een gezonde nier geholpen zouden kunnen worden en één aan een gezond hart of aan

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1971

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 324 Pagina's

1971 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 29

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1971

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 324 Pagina's