1971 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 275

G. A. LINDEBOOM

215

' " Bij voorbeeld aan een dochtertje van David de Willem, dat hij tesamen met Hoghelande (vide infra) zag: Adam en Tannery. 1. c , vol. III, 90-4. ^1 Renatus Descartes. De Homine figuris et latinitate donatus a Florentio Schuyl, Inclytae Urbis sylvae Ducis Senatore, ibidem Philosophiae Professore. Apud Petrum Leffen Franciscum Moyardum, Lugd. Bat. 1662. ^- R. Descartes. Traite de l'homme. Paris, 1664, " !Zie over Regius o.a.: A. M. J. de Vrijer. Henricus Regius, een „Cartesiaansch" hoogleeraar aan de Utrechtsche Hoogeschool, Mart. Nijhoff, Den Haag, 1917. " De Zeeuwse student Johannes Hayman, afkomstig uit Zierikzee, hield op 10 juni 1640 te Utrecht een disputatie Pro sanguinis circulatione. " K. Dechange. Die frühe Naturphilosophie des Henricus Regius (Utrecht 1641), dissertatie Munster 1966. (Serie: Münstersche Beitrage lur Geschichte und Theorie der Medizin). " Karl E. Rothschuh. Henricus Regius und Descartes. Arch, intern, d'hist. des Sci. 21, 39-66, 1968. ' ' In 1638 schrijft Descartes, dat in de jonge universiteit te Utrecht „il y a un professeur, appellé M. Le Roy, qui m'est intime ami, et qui, selon mon jugement, vaut plus que toux ceux de Leyde". (Bridoux, 1024). '*'• Regius verdedigde opvattingen, die lijnrecht tegen die van Descartes ingingen, namelijk: „het denken is een lichamelijk principe" en „wij kennen de dingen slechts naar hun verschijning". (Fundamenta Physices 1, 245 en vv., geciteerd in de vertaling van De Vrijer (p. 167). '" Over de nasleep van Regius' Fundamenta, waartegen Descartes een vlugschrift heeft gezonden, zie men: D e Vrijer, 1. c , p. 165-81. 2" Corn, ab Hogelande. Cogitationes, quibus dei existentia, item animae spiritalitas et possibilis cum corpore unio demonstrabitur. Nee non brevis historia oeconomiae corporis animalis proponitur, atque mechanice explicatur. Lud. Elzevir, Amsterdam 1646. ^^ Een andere medische vriend van Descartes is Elichmann geweest, een Tsjech van oorsprong, die met veel succes te Amsterdam de praktijk uitoefende, doch in 1634, op jeugdige leeftijd, aan het barsten van een aneurysma is overleden, zonder gedrukte werken na te laten (cf. R. C. G. Martin. Descartes médecin. These Paris 1924 - overigens een vrijwel niet gedocumenteerde verhandeling!). In de vroege vriendschap met Isaac Beeckman (15881637), die in 1618 te Caen in de geneeskunde gepromoveerd was, hebben geneeskundige vraagstukken geen rol van betekenis gespeeld. Dit was wel het geval in die met Vopiscus Fortunatus Plempius (1601-71), een Roomskatholiek geneeskundige te Amsterdam, met wie Descartes in het begin der dertiger jaren, toen hij ook te Amsterdam woonde, omgang had. N a zijn benoeming als hoogleraar in de geneeskunde te Leuven geraakte Plemp, die Harvey's theorie aanvankelijk verwierp, met Descartes in discussie. Later zou hij een fel bestrijder van het Cartesianisme binnen de Leuvense universiteit worden. Verder heeft Descartes gecorrespondeerd met de bekende Dordtse geneesheer Johan van Beverwijck (1594-1647), die als één der eersten de leer van de bloedsomloop heeft aanvaard. -- Aan deze oratie, in Nederland eigenlijk niet bekend en niet aanweag, hoop ik in een grotere studie over Schuyl ruimere aandacht te besteden. 23 P . C . Molhuysen. Bronnen tot de geschiedenis der Leidsche Universiteit I I I , bijlage 661 e n 663 ( p . l * - 9 * ) . 24 Ibidem III, p. 277-9. 2* Zie over Sylvius: E. D. Baumann. Francois dele Boë Sylvius. E. J. Brill, Leiden 1949.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen