1971 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 286
226
GELOVEN IN DE TOEKOMST
Jezus herhaaldelijk teruggrijpt, ons daarbij geen aanwijzingen, criteria en grenzen die wij tot nu toe teveel verwaarloosd hebben? Ik denk daarbij bijv. aan de regels die Israël gegeven werden voor het bebouwen van akkers, voor het bezit van en de macht óver goederen en mensen, die duidelijk aangeven dat er grenzen aan het menselijk handelen gesteld worden. Zouden er hier ook geen aanknopingspunten te vinden zijn voor de vragen rondom de grenzen van de wetenschap en zijn toepassingen? Ook hier volsta ik met het noemen van enkele hedendaagse knelpunten: de orgaantransplantaties, de euthanasie, de overbevolking, het gebruik van de grondstoffen, de iiiimtevaart, de ontwikkeling en het gebruik van vernietigingswapens. Wanneer wij als wetenschappers torsen aan de kwade gevolgen van de toepassingen van de wetenschap uit de voorafgaande jaren, zoals bijv. de atoombom en de hersenspoeling, geeft dan de prediking van de verzoenende en voor God „bedekkende" kruisdood van onze Heer, ons niet de bevrijding van deze schuld? Dan kunnen we telkens opnieuw aan het werk gaan om de problemen aan te pakken. Het is dan bijv. noodzakelijk om te pogen het verschil tussen fundamentele wetenschap en toegepaste wetenschap te onderzoeken en op te letten waar, wanneer en hoe ze elkaar beïnvloeden. We kunnen pogen te bepalen hoe de doelstellingen van de wetenschap dienstbaar zijn te maken aan de komst van het koninkrijk. Prioriteitsvragen, bestuursvragen, in groter en kleiner verband, economische, juridische en eigenlijk alle samenlevingsvragen komen in een nieuw perspectief te staan. Er liggen hier nog ongekende impulsen voor het werk aan de Vrije Universiteit en voor de nieuwe vereniging die het werk van de Christelijke Vereniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland vermoedelijk zal voortzetten. Bij het neerschrijven van het bovenstaande denk ik voortdurend: laten we alsjeblieft bescheiden blijven. We hebben in het Koninkrijk Gods uit eigen oorsprong geen plek om op te staan, geen daad om ons op te beroemen, geen gedachte die waarde heeft. Wij kunnen slechts leven uit de zekerheid dat God ons roept en zegt: „Ik ben de Heer, Uw God".
1. C. F. von Weizsacker: De draagwijdte van de wetenschap; Pantoscoop 1966 2. C. C. Jonker: Geloof en wetenschap in onze vereniging omstreeks 1900 en nu; Gel. en Wets. 51, 7, (1953) 3. Harvey Cox: De stad van de mens; Amboboeken Utrecht 1966 4. C. A. van Peursen: Strategie van de cultuur
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1971
Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 324 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1971
Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 324 Pagina's