De Vrije Universiteit - haar ontstaan en haar bestaan 1880-1930 - pagina 197

HET GEREFORMEERD KARAKTER DER UNIVERSITEIT

leeraren, in de eerste plaats de handhaving van het daar

uitgesproken beginsel beoogen zal. Terwijl voorts ook alle

hoogleeraren zich door onderteekening moeten verplichten

tot handhaving en naleving van het in art. 2 bepaalde.

De eerste maal, dat er te dezer zake een quacstie rees, was

in 1885 met Professor Dilloo. Toen werd n.1. aan Heeren

Directeuren de vraag voorgelegd, of deze Hoogleeraar in zijn

,,Fünfundneunzig Satze für das deutschc protestantischc

Volk", wel gebleven was op den gereformeerden grondslag.

Zelfs een doctor in de theologie beweerde in publiek ge-

schrift, dat omtrent Professor Dilloo's afwijking geen

twijfel overbleef. Directeuren wendden zich toen onmid-

dellijk tot den schrijver zelf, en hadden de voldoening van

hem de verklaring te ontvangen, dat de stelling, genum-

merd 39 ^), niet bedoelde het gezag der drie formulieren

van eenigheid der Gereformeerde Kerken hier te lande

eenigszins te verzwakken of te verminderen, maar integen-

deel hetzelve aangaande alle stukken en gedeelten derzelvcr

te versterken en te staven, en voorts dat de stelling, genum-

merd 34 ^), hem niet belette van heeler harte met de Gere-

formeerde Kerken dezer landen, naar den samenhang der

Dordtsche leerregels, de Remonstrantsche dwalingen te ver-

werpen, genoemd Can. Dordr. II Rej. crr. § 6, terwijl hij

daarentegen met deze kerken bleef belijden wat zij schreven

Can. Dordr. II § 8.

Met het uitlokken van deze, voor het archief bestemde,

^) Wir habcn wohl in Gedachtniss zu behaltcn, dass an die protes-

tantischen Bekenntnissschriften das Blut der Vater klebt. Wer aber

wollte die Kirche an die Anschauungen und Gedankenkreise der Vcr-

fasser derselben oder deren gleichgesinnter Zeitgenossen binden, würde

am meisten im Widerspruch mit den Vatern selbst, die sich vor den

Heiligen Schrift alletn beugten, handeln, übrigens aber die Kirche

Christi aus der Herrschaft des Wortes, so viel an ihm, heraussetzcn,

um ihr ein unertragliches Menschenjoch aufzulegen.

') Christus Jesus hat sich hingegeben zur Erlösung für alle.

ï Tim. 2 : 6.

181

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen