Een blinkend spoor - pagina 106

Voor dat laatste groeide ook besef bij de overheid. Zo onderwijs in Tilburg en Nijmegen beraadden zich over

schijnt het inzicht dat de kleine medische faculteit met deze kwestie.

haar onderzoek de algemene volksgezondheid diende, de In een gezamenlijke vergadering van directeuren, curato-

overheid er in 1922 toe gebracht te hebben dat werk met ren en de senatus contractus werd het standpunt der Ver-

bijna f6.000.- te steunen (zie hoofdstuk IX). En toen later eniging bepaald. Subsidiëring werd principieel juist en in

de regering het gewenst vond bij de universitaire oplei- de lijn van de onderwijspacificatie geacht. De omvang

ding van leraren naast wetenschappelijke scholing ook van die subsidie moest althans voorlopig om praktische

enige aandacht te schenken aan hun opleiding voor de redenen beperkt blijven en werd in grote trekken om-

onderwijspraktijk en daarom de mogelijkheid schiep do- schreven. Om wezenlijk vrije universiteit te blijven moch-

centen in de didactiek aan te stellen, kreeg de VU, die vijf ten de voorwaarden waaronder subsidie verleend zou

van zulke praktijkdocenten benoemde, in 1939 hun sala- worden niet verder gaan dan een waarborg voor de over-

rissen vergoed. Gaandeweg kwam er zo druppelsgewijs heid dat de verleende gelden overeenkomstig hun be-

wat meer financiële steun, maar incidenteel, zonder dat stemming gebruikt zouden worden. Uitdrukkelijk werd

er principiële beslissingen werden genomen: Van de een algemene controle op de financiën, goedkeuring van

overheid kwam er geen uitspraak dat de VU récht op de begroting, overheidsbemoeiing met benoeming en

subsidie had en anderzijds wees de Vereniging die over- ontslag en bepaling van de studierichtingen afgewezen.

heidssteun niet af Geheel anders dan bij de heftige strijd in 1905' verliep in

Een staatscommissie van 1923 onder voorzitterschap van 1946 en 1947 de behandeling van het ontwerp tot wijzi-

Colijn had geoordeeld dat de toestand van 's rijks kas ging van de hoger onderwijswet in pais en vree. De twee-

financiële steun belette. Toch dwong de praktijk tot ge- de kamer was van gevoelen dat het aanvaarden van het

ven en nemen: Waarom kreeg de neutrale bijzondere amendement-Moller in 1938 de wettelijke regeling van

handelshogeschool in Rotterdam wél financiële steun en subsidiëring van het confessioneel hoger onderwijs in-

de r.-k. in Tilburg niet? Nog vóór de oorlog viel hier een hield en principiële bezwaren daartegen werden nauwe-

ook voor de VU belangrijke beslissing, toen de tweede lijks gehoord. Toen op 17 februari 1948 tot stemming

kamer met 47 tegen 46 stemmen een amendement-Mol- werd overgegaan haalde het ontwerp de eindstreep met

ler aanvaardde, waarbij in de ontwerp-begroting de regel vlag en wimpel: Tegenover 62 voorstemmers (de kamer

Subsidie aan de Nederlandsche handelshoogeschool telde toen nog 100 leden) waren maar acht tegenstem-

f47.500.- mers. De laatsten vormden de fracties van de C.P.N, en

gewijzigd werd in de S.G.P.; de eerste had in het debat haar bezwaren naar

Subsidie aan handelshoogescholenf47.50}.- voren gebracht, de tweede had zich van deelneming aan

Eén lettergreep en één gulden meer met één stem meer- het debat onthouden.

derheid verkregen! In de eerste kamer, waar vooral prof R.H. Woltjer zich

weerde, werd het wetsontwerp zonder hoofdelijke stem-

ming aanvaard en 3 juni verscheen de wet in het staats-

Na Wereldoorlog II komen de grote subsidies blad.

De oorlog blokkeerde deze ontwikkehng, maar al in de

troonrede van 23 juli (!) 1946 sprak koningin Wilhelmina Omvang der rijksbijdragen

uit:

Voorstellen tot verbetering van de financieele verhouding Over de omvang der subsidies moeten we om verschil-

ten aanzien van het Bijzonder Hooger Onderwijs zullen U lende redenen kort zijn. In de eerste plaats omdat die

op korten termijn bereiken. omvang van 1948 tot heden herhaaldelijk gewijzigd is. In

Reeds drie dagen later werden directeuren der Vereni- de tweede plaats omdat de zaak erg ingewikkeld wordt

ging mondeling namens de minister van onderwijs Gie-

len benaderd om hun standpunt inzake subsidiëring te 1 C. de Ru, De strijd over het hoger onderwijs tijdens het mi-

mogen vernemen. Ook de r.-k. instellingen voor hoger nisterie Kuyper (1953).

102

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen