De Vrije Universiteit na Kuyper - pagina 383

20. De calvinistische wijsbegeerte na de oorlog

Op 30 april 1947 schreef de president-curator J. Donner aan

Vollenhoven: 'Er ligt nu eenmaal nog altijd de klacht van de

theologische faculteit.' Vollenhoven had assistentie nodig voor de

inleidende colleges wijsbegeerte, die aan alle studenten, waarvan het

aantal steeds toenam, moesten worden gegeven. Over die gevraagde

assistentie schreef Donner in verband met de oude klacht: 'Die mag

op zichzelf niet alles blokkeeren, maar het is toch wel zeer

gewenscht, dat die zaak "vlot" wordt gemaakt. Of stokt het op een

subcommissie waarin o.a. Dooyeweerd zit. Jk zie hem, hoop ik.

Zaterdag en zal het dan eens met hem bespreken.'

Waterink en Dooyeweerd hadden in juni 1945 al geprobeerd

een compromis-formule over de ziel op te stellen, maar de zaak

werd toen niet afgerond. Waarschijnlijk is de hele zaak verzand,

toen Van Es in 1947 als curator aftrad en de theologen zich verder

stilhielden.

Op 31 oktober 1945 had Vollenhoven al aan zijn tweede

promovendus, dr. S.U. Zuidema, missionair predikant in Indonesië,

geschreven geen nieuwe verphchtingen aan te gaan zonder eerst

contact met hem op te nemen. De brief bereikte Zuidema via Java

in een kamp op Sri Lanka, waar hij met zijn gezin wachtte op

transport naar Nederland. In maart 1946 wachtte Zuidema daar nog

steeds. Hij schreef toen dat de samenwerkende kerken in Indonesië

één theologische opleiding wensten. 'En nu zijn m'n collega's (o.a.

F. Bakker, Rullmann, Verkuyl, wel de "leiders" onder ons) allen v.

oordeel, dat ze mij dan moeten voordragen als hoogleeraar v/d

theol. Hoogeschool te Batavia.'

Vollenhoven had drie pijlen op zijn boog. In 1942 was te

Utrecht een vacature voor een hoogleraar wijsbegeerte, waar hij

toen zijn eerste promovendus, K. Kuypers, aanbeval. Maar door de

oorlog had geen benoeming plaatsgevonden. Na de oorlog was J.

Donner ook daar curator geworden, zodat Vollenhoven in een

gesprek met hem Zuidema kon noemen voor Utrecht en ook voor

de VU. En dan was in 1946 de Stichting Bijzondere Leerstoelen in

de Calvinistische Wijsbegeerte in leven geroepen met aanbeveling

van de directeuren van de VU. Dr. J.P.A. Mekkes, in 1940 bij

Dooyeweerd gepromoveerd, werd door die Stichting te Rotterdam

benoemd. Daarna werd aan een benoeming van Zuidema gedacht.

377

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen