Dr. Abraham Kuyper en de Vrije Universiteit - pagina 27
gesteld. Dit onderwijs was van grote betekenis voor hun leerling A. Kuy-
per.
Als student van de oudste en grootste universiteit van Nederland
kreeg Kuyper een brede en grondige opleiding. Hij werd op 16 juli 1855
ingeschreven met het oog op de theologische studierichting, 'studiis
Theologiae destinatum'. In de Middeleeuwen ging de studie van de ar-
tes, vnl. wiskunde, natuurkunde en letteren, vooraf aan de zgn.
broodstudièn, die opleidden tot een beroep: rechten, theologie en medi-
cijnen. In de vorige eeuw was daar nog iets van overgebleven. De theolo-
gen moesten examen doen in de kleine mathesis. Een kandidaatsexamen
in de letteren, met name ook in de klassieke talen, werd vereist voor men
tot de theologische studie werd toegelaten.
Bram Kuyper gaf veel aandacht aan de klassieke talen bij professor
C.G. Cobet. Maar vooral Matthias de Vries, de neerlandicus van Lei-
den, maakte diepe indruk op hem. Omgekeerd heeft De Vries veel in de
student Kuyper gezien en hem gestimuleerd. Historisch besef en liefde
voor de taal bezielden De Vries. Met Te Winkel werd hij grondlegger
van het monumentale Woordenboek der Nederlandsche Taal, waaraan
nog steeds wordt voortgewerkt. De spelling De Vries en Te Winkel was
zeer vele jaren gezaghebbend in Nederland. Van De Vries leerde Kuyper
intense aandacht voor woorden.
'Zoo er ooit eenige kracht van mijn taal, eenige bezieling van mijn
woord uitging', zei hij bij het overlijden van zijn leermeester, 'ik
heb het hem te danken,..., omdat De Vries mij voor onze heerlij-
ke moedertaal met een liefde bezield had, die nooit kan wegster-
ven in mijn hart.'
Kuyper deed lang over de literaire vooropleiding en stelde de theologi-
sche studie uit. Hij deed alle examens magna of summa cum laude. Hij
had vele vrienden en hield van feesten. Hij was lid van het Leidsch Stu-
denten Corps en bezocht zijn vrienden vaak op hun kamers. Hoewel de
meeste vrienden van hem ook theologie studeerden, boeide de kerk hem
eigenlijk niet. In zijn Confidentie van 1873 schreef hij dat de kerk te Lei-
den eerder zijn afkeer dan zijn genegenheid opwekte.
'Door kerkelijke opvoeding van nabij met het Kerkelijk leven be-
kend, gevoelde ik mij, vooral door den vorm waarin zich dit te
Leiden voordeed, eer afgestoten dan aangetrokken. Het was te
Leiden, onder het toenmalig liberaal régime, een allerjammer-
lijkste toestand, en de leugen, de onwaarachtigheid, de ongeeste-
lijke sleur die aan het hartebloed van geheel ons Kerkgenootschap
23
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1987
Publicaties VU-geschiedenis | 374 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1987
Publicaties VU-geschiedenis | 374 Pagina's