De Vrije Universiteit na Kuyper - pagina 377
De Vrije Universiteit van 1905 tot 1955, een halve eeuw geestesgeschiedenis van een civitas academica.
genoemd. Op de inaugurele oratie van Lever werd de kritiek
geleverd, dat zijn creationisme een vermenging bracht van biologie
met theologie, van openbaring met redeUjke conclusie.
Bij de interfacultaire colleges aan de VU in 1954 sprak Lever
over de mens in de biologie. Daarin behandelde hij niet alleen de
overeenkomst tussen mens en dier, maar ook het essentiële verschil.
Uit de fossiele menselijke resten concludeerde hij, dat de mens
ouder is dan 6.000 tot 10.000 jaar en weUicht ouder dan 500.000 of
zelfs één millioen jaar. Maar hij zei ook: 'Evolutie, en dus ook het
autonome ontstaan van de gehele mens uit een dier, is voor ons
onaanvaardbaar', en: 'al heeft de eerste mens dus nog meer op een
mensaap geleken dan wij, of al zou God zelfs, ik stel het extreem,
een mensaap hebben gebruikt om de mens te maken, het essentiële
van het menszijn was radicaal nieuw, was totaal anders dan het
essentiële van alle mensapen welke er toentertijd leefden.' Hij bleef
zoeken naar overeenkomst tussen de feiten en de bijbeltekst.
Vijf maanden later verbrak een theoloog het grote zwijgen. De
opvolger van G.Ch. Aalders, prof. N.H. Ridderbos, gaf op 7 juli
1954 zijn Beschouwingen over Genesis 1 in de wetenschappelijke
bijeenkomst van de VU-dagen. Hij zou die rede nog vaker houden
en ook pubhceren. De scheppingsdagen waren geen dagen of
lichtcontinua, maar vormden volgens N.H. Ridderbos een literair
kader waarin het scheppingsverhaal werd voorgedragen.
De collega van Ridderbos, W.H. Gispen, ging niet met hem
mee. De nieuwe exegese van Ridderbos was wel opmerkelijk, maar
niet meer dan een symptoom van anders gaan denken door de
theologen. Schilder had op 22 februari 1949 in een Studium
Generale-coUege voor de studenten aan de Technische Hogeschool
te Delft al vele veranderingen in de exegese van Genesis
toegegeven. De exegese moest vele concessies aan de feiten doen,
omdat Gods Woord nooit in strijd met de feiten kon zijn. Maar
Schilder wilde aan het drama van de eerste Adam en aan de eigen
plaats van de mens vasthouden. Er was in de geschiedenis één
Adam als stamhouder van alle mensen geweest. De mens was de
kroon van de schepping en medearbeider Gods. De mens was in
geestelijk-dramatisch opzicht het middelpunt van het heelal, zonder
dat daarmee tegelijk gezegd werd dat daarom ook de aarde het
fysische middelpunt van het heelal is.
De grote strijdvraag ging over de exegese van Genesis 2 en 3,
over de historiciteit van het paradijs en van de zondeval en
371
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1987
Publicaties VU-geschiedenis | 460 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1987
Publicaties VU-geschiedenis | 460 Pagina's