GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De Vrije Universiteit na Kuyper - pagina 392

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Vrije Universiteit na Kuyper - pagina 392

De Vrije Universiteit van 1905 tot 1955, een halve eeuw geestesgeschiedenis van een civitas academica.

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

Diepenhorst, en zo vaak dat geschiedt, meldt zich de theologie.

'Slechts tot haar schade heeft de wijsbegeerte der wetsidee deze

theologie verwaarloosd.'

Diepenhorst, die zelf rechten en theologie studeerde in de

cruciale jaren 1934 tot 1943, bedoelde daarmee de theologie van

Kuyper volgens de toen gangbare opvattingen. Dooyeweerd meende

echter dat de conservatieve macht van de gereformeerde scholasti-

sche traditie, die reformatie behoefde, juist schuilde in haar

vastkoppeling aan de dogmatiek.

Voorlopig kreeg Diepenhorst van Dooyeweerd geen antwoord.

Maar in 1958 pubhceerde Dooyeweerd alsnog, zonder hem te

noemen, een breed artikel in Philosophia Reformata over De

verhouding tussen wijsbegeerte en theologe en de strijd der faculteiten.

Dat was een grondige omwerking van materiaal uit deel n van

Reformatie en Scholastiek in de Wijsbegeerte. Hij waarschuwde daarin

voor sommige theologen, die 'de wetenschappelijke exegese en de

wetenschappelijke dogmatiek als de enige toegangspoort tot de

Goddelijke Woord-openbaring' poneren.

Evenals in het in hoofdstuk 13 genoemde artikel over Kuyper's

Wetenschapsleer leverde Dooyeweerd in het manuscript van boek EI

kritiek op het 'kritisch realisme' van A. Kuyper, Woltjer en Bavinck

en gaf hij een uiteenzetting van de 'divergerende lijnen in Kuyper's

denken' met een reformatorische hoofdlijn en een scholastische en

een humanistische zijhjn. Dooyeweerd is daar niet op teruggekomen

toen dr. W.H. Velema in zijn proefschrift bij Berkouwer in 1957

over De leer van de Heilige Geest bij Abraham Kuyper de eenheid

van Kuypers conceptie verdedigde. Velema ging zelf niet diep

genoeg in op het verschil bij Kuyper tussen de dichotomie van

lichaam en ziel enerzijds en de eenheidsconceptie van de mens

anderzijds. Hoe verhoudt zich die dichotomie met 'dèt punt in ons

bewustzijn, waar ons leven nog ongedeeld bleef en nog in zijn

eenheid ligt saamgevat, niet in de gespreide stengels, maar in den

wortel waarop alle stengels uitschoten'? Dooyeweerd prees echter

die eenheidsconceptie te snel aan als reformatorisch, omdat hij

daarin niet de mystieke en gnostieke motieven ontdekte. Hij ging al

te veel van de vier door hem geanalyseerde grondmotieven uit om

oog te hebben voor zeer verschillende nevenmotieven in het

Westerse denken en bij A. Kuyper.

Om de gecompliceerde theologie van A. Kuyper te begrijpen en

zijn eigen positie, die mee door Kuyper werd beïnvloed, nader te

386 '

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1987

Publicaties VU-geschiedenis | 460 Pagina's

De Vrije Universiteit na Kuyper - pagina 392

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1987

Publicaties VU-geschiedenis | 460 Pagina's