Pionieren toen en nu. De geschiedenis van het Paedologische Institutuut in Amsterdam 1931-1989. - pagina 35
De geschiedenis van het Paedologische Instituut in Amsterdam 1931-1989
tijd, dat stond dan erg goed'. Op voorstel van Mulder wordt
een aantal nieuwe bestuursleden benoemd.
Kenmerkend voor deze tijd, eindjaren vijftig, was dat de
toenmalige geneesheer-directeur zich regelmatig schaamde
voor het P.I., gewend als hij was om in een beter georgani-
seerd instituut te werken. Het was in deze tijd vrij gewoon,
dat er van tijd tot tijd kinderrechters langs kwamen op het
P.I. om te informeren hoe het met 'hun pupillen' er voor
stond. Belangrijke mensen voor het P.i., want zij beslissen
uiteindelijk over plaatsing van veel kinderen in het instituut.
Als dit bezoek dan gepland stond, liet hij Paula Popma,
toen net werkzaam op het P.I., weten er niet te zijn.
Gezeten achter Waterinks imposante bureau, beladen met
stapels boeken en dossiers, maar tegelijkertijd zeer goed op
de hoogte van het wel en wee van de kinderen, moest zij
dan maar de kinderrechters ontvangen. Ook Waterink
voelde zich, aldus Popma, 'in de verdediging gedrongen als
hij het P.I. naar buiten moest presenteren. Hij had altijd het
gevoel pedagogiek als wetenschap te moeten verdedigen.
Hij was bang dat bijvoorbeeld de G.G. en G.D. het insti-
tuut niet goed genoeg zou vinden'.
Hier kwam nog bij, dat zowel Waterink als de toenmalige
geneesheer-directeur, beiden kapitein wilden zijn op het
schip dat P. i. heette. Dit maakte het management er ook
I niet sterker op.
Veel oud-collega's die Waterink nog kennen en andere
j mensen die deze tijd bewust hebben meegemaakt, hebben
I hetzelfde idee over het P.i. toendertijd. Uitspraken als: 'het
J P.I. was een leuk initiatief van Waterink maar het ontbrak
aan wetenschappelijke onderbouwing' of'het p.i. was een
verwaarloosd geheel, dat nog wel dreef op de kracht en in-
spiratie van Waterink maar geleidelijk aan wel wat van huis
was geraakt' typeren nog het beste dit tijdsbestek. Deze
situatie van het P.I. is voor een deel terug te voeren op het
karakter van Waterink. Hij was sterk in het opzetten van
nieuwe zaken maar pakte daarna direct andere zaken aan.
Schertsend werd over Waterink wel eens gezegd dat hij ge-
lukkig niet onze Lieve Heer was: scheppen was hij goed in,
maar onderhouden was er niet bij. Dit gaat ongetwijfeld
ook op voor het P.I. in deze jaren. Met groot enthousiasme
33
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1989
Publicaties VU-geschiedenis | 72 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1989
Publicaties VU-geschiedenis | 72 Pagina's