Een hoeksteen in het verzuild bestel. De Vrije Universiteit 1880-2005. - pagina 151

het centrale thema van de bundel het Woord Gods. We moeten niet uitgaan van de be-

hoeften van het leven in het algemeen, of van het studentenleven in het bijzonder,

schreef hij zijn mederedacteuren94, 'maar van het recht, dat God op ons heeft'. Dat recht

wordt in deze wereld niet erkend, en daarom zullen de stukken een confronterend karak-

ter dragen. 'Wij moeten bedoelen het geweten onrustig te maken.' Zijn eigen bijdrage

gaat over verlossing, verlossing uit onze ellende. Maar die ellende kennen wij zelf niet

eens. Onze ellende brengt met zich mee dat wij alle dingen van onszelf uit bekijken. De

bijbel zegt ons dan dat een totale ommekeer nodig is om de dingen weer te bezien van

God uit. De vraag is niet of ik met mijn leven goed uitkom, en of ik rust en bevrediging

vind. 'De zaak is dat God niets meer aan mij heeft, dat God geen welgevallen meer aan

mij kan hebben.'^5 Dat moet altijd voorop staan: onze egocentrische levenshouding

overwinnen, ons zelfbeklag vervangen door een aanklacht tegen onszelf

Die geest is in verschillende opstellen te herkennen, in de aandrang ernst te maken

met de christelijke roeping. G. Brillenburg Wurth pleit voor een ascetische levenshou-

ding. We moeten bereid zijn te offeren, niet door de wereld te ontvluchten, maar wel

door op onze hoede te zijn voor een goedkope wereldwijding, waarbij het gewoon om

onze eigen persoon gaat.^^ De medicus C.J. Honig benadrukt de onverbrekelijke band

tussen huwelijk en seksualiteit: nooit het tweede zonder het eerste. 'Het monogame,

voor het leven durende huwelijk is een gedachte Gods, door God Zelf in het menschen-

leven ingedragen.'97 Waar het huwelijk kwijnt, wordt een volk met de ondergang be-

dreigd. Dat leert de geschiedenis telkens weer. Diezelfde grondhouding - steeds uitgaan

van het Woord, en nooit van de mens - is te vinden in de bijdragen die meer in het bij-

zonder de wetenschap betreffen. J.H. Bavinck houdt de lezers voor, dat de wereld niet

zinloos is, maar zwaar van gedachte. In de geschiedenis voltrekt zich het plan Gods.'^

Wetenschap is dan, ook al zegt Bavinck het niet uitdrukkelijk, het naspeuren van de ge-

dachten Gods, wat we zopas ook bij Honig vonden. Studeren is niet een bezigheid waar-

bij wijzelfde opdrachtgever zijn, waarschuwt Berkouwer. Het is een ons door God op-

gelegde verantwoordelijkheid. Aan de harmonie tussen geloof en wetenschap hoeven wij

dan ook niet te wanhopen. Het is ook te weinig, als we zeggen te studeren onder invloed

van ons geloof Geloof is zo centraal, dat het nooit gereduceerd kan worden tot een

onderdeel van onze existentie.^^

Het boek heeft ontegenzeggelijk eenheid van conceptie, zoals De Graaf wilde. Ook

zijn hier enkele mensen aan het woord die zich binnen de universiteit vanachter de kathe-

der lieten horen, en een dominee die bij studenten zeer in trek was. Het hier gepredikte

ideaal kunnen we dus niet alle representativiteit ontzeggen. Maar in de redactie waren

wel nog andere auteurs genoemd, die niet hebben bijgedragen: Buskes, Brussaard, W.J.

Aalders en W.A.P. Smit, en er zijn hun eigen bijdragen, vooral die van De Gaay Fort-

man, waarin aandacht gevraagd wordt voor andere thema's, bijvoorbeeld voor sociale

vraagstukken.'

Laten we vooral ook de dorpsjongens niet vergeten, uit hetzelfde hout gesneden als

CHRISTELIJKE WETENSCHAP 19261955 147

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen