Aardwetenschappen aan de Vrije Universiteit 1960-2001 - pagina 163

de verschillende subdisciplines die binnen de hydro(geo)logie aan de orde zijn.

Die situatie bevordert de samenhang van het onderzoek binnen de vakgroep niet.

Dat neemt met weg dat er in het kader van de doctoraalveldwerken een aantal

grotere onderzoeksprojecten wordt opgezet. Die projecten hebben vooral een

regionaal inventariserend en analyserend-synthetiserend karterend karakter, met

een nadruk op de geologische, geomorfologische en klimatologische aspecten van

het voorkomen, de chemische eigenschappen en het dynamisch karakter van de

bestudeerde hydrologische systemen Maar omdat daarbij gestreefd wordt naar

een verscheidenheid van gebieden in geologisch/morfologisch en klimatologisch

opzicht, treedt ook bij dit onderwijsgebonden onderzoek de nodige versnippering

op

- Noord-ltalie (Dolomieten) Engelen, Van de Griend, Seyhan,

- Algarve De Vries, Geirnaert,

- Ierland Van Lunsen, Geirnaert.

De vakgroepvoorzitter, Engelen, besteedt bovendien veel van zijn tijd aan onder-

zoek in Indonesië, m het kader van het Serayu Valley project (zie ook de paragra-

fen "Ontwikkelingssamenwerking" m dit hoofdstuk en m hoofdstuk 2). Zo ontstaat

er binnen de vakgroep in de loop van de jaren '70 een bont, uitdijend en ook

regelmatig wisselend mozaïek van projecten en projectjes, projectvoorstellen en

projectideeën, bewaakt en ook grotendeels ontworpen door de vakgroepvoorzitter.

Van een samenhangend meer fundamenteel gericht onderzoeksbeleid waarin de

vakgroep als geheel zich voldoende kan herkennen komt het, tot toenemend onge-

noegen van de wetenschappelijke staf, echter met. In de bijdrage van Van de Fliert

(1980, zie ook de bijlage bij hoofdstuk 2) wordt deze onbevredigende situatie m

voorzichtige termen geschetst. In 1979 komt de al jaren sluimerende vertrouwens-

crisis tussen vakgroepvoorzitter en wetenschappelijke staf, waarbij de laatste de

eerste gebrek aan beleid en aan leiding verwijt, tot een uitbarsting. Er ontstaat een

onwerkbare situatie die voor het faculteitsbestuur aanleiding is de vakgroepvoor-

zitter uit zijn functie te ontheffen en de vakgroep onder curatele (Wiggers) te stellen

De Vries zal voorlopig als voorzitter functioneren. De facto wordt daarmee voor de

vakgroep het tijdperk Engelen afgesloten, ook al blijft er nog vele jaren sprake van

meer incidentele samenwerking tussen hem en individuele stafleden. Simmers,

overgekomen uit Nieuw-Zeeland en per 1 januari 1980 benoemd als hoogleraar m

de geografische hydrologie, wordt bij zijn aantreden geheel onverwacht geconfron-

teerd met de nieuwe situatie. Vanuit een moeilijke loyaliteitspositie zet hij zich met

de staf m voor het vormgeven aan een weloverwogen onderzoeksbeleid. In dat

kader wordt onder meer gestreefd naar het ontwikkelen van een vakgroepbreed

onderzoeksproject. Gekozen wordt voor een project m Luxemburg, met het doel

een vergelijkend onderzoek te doen naar (alle) hydrologische processen m een

klem stroomgebied m de Luxemburgse zandsteen en een stroomgebied in de

schalies. Al snel blijkt echter dat er voor de grondwaterhydrologie en de hydroche-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen