Aardwetenschappen aan de Vrije Universiteit 1960-2001 - pagina 226
daarbij wel eens over het hoofd gezien En niet door iedereen wordt onderkend
dat het VU compartiment van ISES en NSG wel degelijk belang heeft bij een sterke
faculteit, waarin ook andere groepen optimaal kunnen presteren" Dat alles neemt
met weg dat wie daar gevoelig voor is, zowel binnen de faculteit als binnen de in-
stelling, bevestigd kan worden in het vermoeden dat wie heeft, gegeven zal worden
Met de aanzienlijke steun m het kader van ISES, waarvan het niet onrealistisch is te
verwachten dat deze zich inclusief een verlengmgsperiode over een termijn van
tien jaren zal uitstrekken, wordt het toch al sterke onderzoekskarakter van de FdA
verder geaccentueerd Een ontwikkeling die samenvalt met een beginnende, en
naar zal blijken structurele, terugval m de instroom van nieuwe studenten, die tot
een reductie van de onderwijstaak zal leiden De terugval in studentenaantallen zal
zich op termijn onvermijdelijk vertalen in een vermindering van de omvang van de
r-geldstroom-toewijzing Een effect dat zich, als gevolg van inmiddels veranderen
de toewijzingsparameters, sterker zal manifesteren dan m de qua studentenin-
stroom eveneens benauwde tijden van het eind van de jaren '80 (zie hoofdstuk 4)
Maar er is meer Tegen het eind van de jaren '90 is binnen de instelling de logica
van de verdeling van de onderzoeksruimte over de verschillende faculteiten met
meer vanzelfsprekend Eerder is uiteengezet (zie hoofdstuk 4) dat m de vroege
jaren '80 de omvang van het onderzoekscompartiment van de verschillende
(sub)faculteiten in feite werd gefixeerd op basis van de op dat moment historisch
224 gerealiseerde situatie In beginsel vormde daarmee de omvang van de (sub)facul
taire onderzoeksruimte ( T geldstroom) tot aan het einde van de eeuw een afspie
geling van de omvang van de studentemnstroom rond de overgang van de jaren
'70 naar de jaren 80' Waar m de loop van de tussenliggende twintig jaar de ver-
houdingen m studentenaantallen tussen de verschillende (sub)faculteiten sterk
gewijzigd waren, konden m dit opzicht groeiende faculteiten zich begrijpelijkerwijs
benadeeld voelen ten opzichte van krimpende Het is duidelijk dat wanneer het
systeem van uiteindelijk departementaal beschermde B-delen zal worden losgela-
ten een herschikking van de onderzoeksruimte binnen de universiteit onvermijde-
lijk zal zijn En het is eveneens duidelijk dat daarbij die beta-faculteiten die met
een sterke terugloop van studentaantallen zijn geconfronteerd (primair de natuur-
kunde en de scheikunde, inmiddels onderdeel van de nieuwe Faculteit der Exacte
Wetenschappen) moeten vrezen aanzienlijke veren te moeten laten Met betrekking
tot de aardwetenschappen ligt de situatie gecompliceerder De omvang van het B-
deel van de FdA (in 2000 36,4 fte WP) is, anders dan gebruikelijk, tot stand geko
men als gevolg van drie verschillende ontwikkelingen In de eerste plaats is dat de
reeds vermelde algemeen optredende bevriezing van de begin jaren '80 gereali
seerde onderzoeksruimte Die ruimte is (vergelijk de hoofdstukken 2 en 4) naar
beta maatstaven mager, een gevolg van de praktijk van de middelenverdeling bin
nen de toenmalige faculteit der Wiskunde en Natuurwetenschappen m de jaren
'70 Vervolgens is m 1985 in het kader van de samenvoeging met de geologie van
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 268 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 268 Pagina's