Een hoeksteen in het verzuild bestel. De Vrije Universiteit 1880-2005. - pagina 101

scheppingsverhaal op grond van 'de betrouwbare resultaten van de nieuwere natuur- en

geschiedwetenschap' aan herziening toe was, 'inzonderheid ten opzichte van den tijd,

den duur en de orde van het scheppingswerk'.'**^ Tot een publicatie is het niet gekomen.

Beide is voor Bavinck karakteristiek: eerst de kritische vraag, en dan het uitblijven van

een antwoord. De professorenkrans was waarschijnlijk ook niet Bavincks favoriete dis-

cussiekring. Nauta herinnerde zich later, als student te hebben gevoeld dat Bavinck niet

bij alle hoogleraren waardering genoot, met name niet bij H.H. Kuyper, die vond dat

Bavinck te weinig aandacht besteedde aan de oude gereformeerde theologie.'**' In dit

verband kunnen we zeker ook Grosheide noemen. Het valt op dat hij in brieven zijn col-

lega aanspreekt met 'hooggeleerde heer'."'**' Is het de schroom van een jongere tegenover

zijn vroegere docent, dan contrasteert het toch sterk met A.G. Honigs vaste aanhef,

'hooggeschatte en geliefde leermeester', terwijl de Kamper hoogleraar Honig niet eens

ERVEN OF LENEN 1905 1926 97

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen