Een hoeksteen in het verzuild bestel. De Vrije Universiteit 1880-2005. - pagina 41
De Vrije Universiteit 1880-2005
'liever gebrekkige Hollanders dan gebrekkige buitenlanders', want hoe raak je hen kwijt
als het tegenvalt?"^ Noch de universiteit noch deze mentaal wat labiele vreemdeling
hebben veel vreugde aan elkaar beleefd. Al in februari 1882 kwam Dilloo bij directeuren
zijn beklag doen, 'in geenen deele in kalme gemoedsstemming'. Zijn honorarium stond
in geen verhouding tot zijn zware onderwijstaak, zijn ambtgenoten gingen onbroederlijk
met hem om, en hij wilde weg uit dat verschrikkelijke Amsterdam, naar het veel gezon-
dere Bussum. Kreeg hij niet meer geld, dan zou hij zijn ambt neerleggen. Directeuren
maakten korte metten, en verleenden diezelfde avond nog ontslag. "3 Dat bleek toch niet
de bedoeling. Dilloo bekende 'gedwaald te hebben als een verloren schaap', en nam alle
beschuldigingen terug.'"* Drie jaar later stelde hij de directeuren nogmaals op de proef.
Hij deelde mee op zoek te zijn naar een betrekking in Duitsland, maar wilde wel weten
of ze hem misschien toch liever hielden. Het college vroeg Kuyper en Rutgers om ad-
vies, en beiden oordeelden negatief. Dilloo had omgang met notoire tegenstanders van
de Vrije Universiteit, en bestreed zelfs tegenover de studenten de beginselen waarop zij
steunde. Daar stond weinig tegenover, want zijn onderwijs was niet van dien aard dat er
belangrijke resultaten van verwacht mochten worden. "5 Eigenlijk kwam het erop neer
dat het calvinistisch activisme Dilloo totaal vreemd was, en dat hij zulks ook duidelijk liet
merken."^ Men liet Dilloo gaan en ging op zoek naar een opvolger, die overigens pas
twintig jaar later zou komen. Voorlopig nam Kuyper het Hebreeuws over. Hoedemaker
de bijbelse oudheden, Rutgers de exegese. "7
Een belangrijke personele verandering deed zich ten slotte nog voor in de samenstel-
ling van het college van curatoren. Als opvolger van Lohman trad de Amsterdamse pre-
dikant Bastiaan van Schelven als curator aan. Deze geboren regent zou tot zijn overlijden
in 1928 in functie blijven, de meeste tijd als president-curator. Van Schelven heeft in ve-
le besturen zitting gehad, gewoonlijk als voorzitter, en maakte vanzelfsprekend deel uit
van de kleine kring die achter de schermen leiding gaf aan het kerkelijk leven. Hij was,
naar het oordeel van zijn ambtgenoot J.C. Sikkel, een man 'van strakken teugel en inge-
houden pas; vaak van voortgang die slechts volgen liet'."** Zo kenden hem ook zijn me-
de-curatoren: 'een voorzitter die altijd wist welk standpunt hij moest innemen, iemand
van weinig woorden en strenge logica en die met vaste hand en groote voorzichtigheid
leiding gaf.'"^ Zijn uitgangspunt bleef steeds dat van de stichters. De Schrift moest dus
de hoogste autoriteit zijn voor onderwijs en wetenschap. En vooral, de toetsing stond
niet aan ieders individuele geweten, maar aan de besturende instanties: 'het gezag der
Schrift, gehandhaafd door het universitair gezag'.'^ Dat daarmee conflicten ingebouwd
waren heeft Van Schelven altijd beseft en aanvaard.
HET ONDERWIJS
Colleges werden gegeven op zes dagen in de week. Zaterdagmiddag en maandagmorgen
waren vrij, om reizen op zondag te voorkomen. Ruimteproblemen deden zich bij het
ALLEEN OP WEG 1880-1905 37
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 510 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 510 Pagina's