Een hoeksteen in het verzuild bestel. De Vrije Universiteit 1880-2005. - pagina 150
De Vrije Universiteit 1880-2005
weinig geld, en de uit kleinburgerlijke kring voortgekomen vu-student had weinig stijl.
Wordt het gezellig, kritiseerde rector Verkuyl, dan gedragen we ons als boerenjongens,
die pas in beweging komen als er iets te vechten valt.^s De trouwste sociƫteitsbezoekers
waren de leden van Stoa, die bekendstonden om hun gooi- en smijtwerk."^^
Meer ingetogen was in deze jaren de levensstijl in het hospitium. Onder de krachtige
leiding van Abrahams dochter mevrouw C.M.E. Kuyper kwam er een einde aan het ge-
bruik dat de huisknecht studenten 's nachts na sluitingstijd binnenliet in ruil voor een si-
gaar.''^ Twee hospitanten die zich misdroegen werden zonder pardon voor zes maanden
van de studie uitgesloten.^* De bewoner van Keizersgracht i6o schreef een erkentelijke
brief, dat hij vroeger dikwijls geklaagd had, maar dat sedert de komst van mevrouw
Kuyper de toestand geheel ten goede veranderd was.*^ De directrice nam persoonlijk
aan alle maaltijden deel. Wie het niet door allen gewaardeerde voorrecht had naast haar
te zitten, legde, naar de herinnering van ds. G.R. Visser, tentamen afin de tafelmanieren
van de grote wereld.^" In 1932 nam ze ontslag om gezondheidsredenen. Met haar ver-
dween de laatste markante persoonlijkheid in de reeks van directrices.
DE GEREFORMEERDE STUDENT
De Vrije Universiteit bleef in haar studentenpopulatie overwegend kerkelijk gerefor-
meerd. Volgens een opgave uit januari 1939 waren er toen 22 hervormden, vijf christe-
lijk gereformeerden, zeven leden van het hersteld verband, en acht uit diverse andere
kerkgenootschappen.^' Van verreweg de meesten kunnen wij dus zeggen dat zij deel
hadden aan de zorgen en vreugden van het gereformeerde leven. Het kan echter een
vraag zijn, of zij dat gereformeerde leven als gevolg van hun bijzondere positie op een an-
dere wijze hebben ervaren. Had G.J. Sizoo gelijk, toen hij in 1938 de overtuiging uit-
sprak9^, 'dat in het algemeen een ernstige levenshouding den boventoon voert'.? En ook
als dat zo was, stond dan de bewaring van het erfgoed voorop, of juist de behoefte aan
vernieuwing, aan aanpassing bij de tijd.' Wie op zulke vragen een antwoord zoekt, zal al-
tijd ervaren dat de werkelijkheid moeilijker te achterhalen is dan het ideaal. Maar om het
probleem beter te zien kan het altijd al helpen als we tenminste dat ideaal zuiver voor
ogen gesteld krijgen. En daarom moeten we zeker proberen ons voordeel te doen met het
jubileumboek, dat het corps in 1941 heeft doen verschijnen onder de titel: Gods Woord in
het studentenleven.
Dat boek is in de oorlog verschenen, maar ademt de geest van de jaren dertig. De re-
dactie, die het in opdracht van het corps samenstelde, koos als doelstelling, 'iets te doen
zien van wat het Woord Gods voor het studentenleven moet beteekenen'.^^ Vier van de
vijf redacteuren konden als voormalige prominente corpsleden uit ervaring spreken:
J.H. Bavinck, H. Smitskamp, W.F. de Gaay Fortman en de theoloog H.U. Buitink.
Voorzitter van de redactiecommissie was de Amsterdamse predikant S.G. de Graaf In
zijn eindvorm draagt het boek vermoedelijk in vrij sterke mate zijn stempel. Hij zag als
146 EEN HOEKSTEEN IN HETVERZUILD BESTEL
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 510 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 510 Pagina's