Aardwetenschappen aan de Vrije Universiteit 1960-2001 - pagina 190
the scientific managemenf Zo valt te constateren dat, terwijl in het algemeen de
persoonlijke verhoudingen tussen het wetenschappelijk en het niet-wetenschappe-
lijk personeel goed zijn en er zich ook functioneel m verschillende sectoren weinig
problemen voordoen, beide categorieën toch van elkaar verwijderd raken. Dat
daarbij het gehanteerde organisatiemodel, dat de beleving van een gezamenlijke
verantwoordelijkheid voor onderwijs- en onderzoekstaken gemakkelijk kon frustre-
ren, een rol speelt, is hierboven al uiteengezet Toch lijkt de situatie vooral samen
te hangen met de zich sinds 1985, en in tegenstelling tot de periode Schalkwijk,
ontwikkelende tegenstellingen tussen (sub)faculteitsbestuur enerzijds en secreta-
ris-beheerder anderzijds en de daarmee gepaard gaande loyaliteiten binnen de
organisatie.
De overkomst van het IGO
Vroeg m 1988 wordt de decaan van de FdA, Vugts, door ZWO benaderd over de
positie van het Laboratorium voor Isotopengeologie (ICO). Er bestaat bij ZWO,
maar ook bij de betrokken staf, groeiende onvrede over het geïsoleerd, sterk tech-
nisch gedomineerd, functioneren van het laboratorium en over de interne verhou-
dingen Daarbij is de positie van de directeur. Priem, nadrukkelijk in het geding.
Onder de oplossingen die ZWO voor ogen staan speelt, behalve opheffing van het
laboratorium en vervanging van de directeur, een mogelijke overdracht van het ICO
aan de VU, de Rijksuniversiteit Utrecht of de Rijks Ceologische Dienst een belangrij-
ke rol. In nauw overleg tussen CvB en FdA concludeert de VU intern dat overdracht
van het, op de campus gehuisveste, IGO aan de Vrije Universiteit nagestreefd zou
moeten worden. Binnen ZWO/NWO inventariseert de voorzitter van AWON, Boomer,
de merites van de verschillende opties Het stichtingsbestuur van ICO geeft de
voorkeur aan een nieuwe stichting waarin NWO, Utrecht en VU zouden moeten
participeren. Boomer concludeert dat, mede gezien de huisvestingssituatie, over-
dracht van het laboratorium aan de VU de voorkeur verdient. Inmiddels is per 1
juli 1988 Oen, voor de helft van de werktijd, tot waarnemend directeur van het ICO
benoemd. In het najaar van 1988 overlegt NWO afzonderlijk met de RUU en de VU,
ook met het ICO-personeel wordt gesproken. Begin 1989 valt de principebeslissing:
het Laboratorium zal worden ondergebracht bij de VU in de vorm van een "para-
universitair instituut" waarin ook AWON, Utrecht, de Rijks Ceologische Dienst en
het NIOZ zullen participeren. Het personeel, exclusief de directeur, zal m dienst
treden van de VU en het exploitatiebudget zal structureel aan de VU worden over-
gedragen.
Om een en ander te concretiseren wordt m maart 1989, onder voorzitterschap van
Boomer (AWON), een strategiecommissie ingesteld met een tweeledige taak a) het
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 268 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 268 Pagina's