Een hoeksteen in het verzuild bestel. De Vrije Universiteit 1880-2005. - pagina 126
De Vrije Universiteit 1880-2005
lidmaatschap van de NCSV groote bezwaren verbonden zijn', zodat aansluiting ten zeer-
ste ontraden moest worden.49 Dat synodale vonnis heeft de NCSV leden gekost. De
domineeszoon J. Meynen mocht van zijn vader geen lid worden van dat 'ethische broei-
nest'+', en H.H. Kuyper schreef in De Heraut dat er kerkenraden waren die een theolo-
gisch kandidaat pas wilden beroepen nadat zij er zich van overtuigd hadden dat de be-
trokkene geen lid was geweest van de NCSV.'*" Op den duur verloor de uitspraak haar
kracht omdat de behoeften waarin de NCSV voorzag, onverminderd bleven bestaan. In
1924 stelde De Waal Malefijt in de vergadering van directeuren voor, geld beschikbaar
te stellen voor de benoeming van een speciale studentenpredikant. Hij had daarvoor
W.G. Harrenstein op het oog, die overigens als student landelijk voorzitter van de NCSV
geweest was. Het voorstel stuitte af op het verzet van president-curator Van Schelven.*"
Dus veranderde er niets, en bleef de NCSV haar aantrekkingskracht behouden.
DE BEWEGING VAN DE JONGEREN
Het was in 1918 dat ds. J.C. Aalders een brochure deed verschijnen onder de titel: De
kritiek der jongeren. Een jvoord tot de gereformeerde kerken. Ze stelde geen nieuw probleem
aan de orde en sloeg evenmin revolutionaire veranderingen voor. Maar ze vertolkte wel
op een voor velen herkenbare wijze de gevoelens van onbehagen, die niet alleen, doch
wel in het bijzonder leefden bij jongere kerkleden, met name bij studenten. Fraternitas
wijdde er een enthousiaste bespreking aan. 'Hier vinden wij de woorden die we al zoo
lang o zoo graag bij meerderen hadden gevonden, hier wordt de taal gesproken die we
geheel en al verstaan.' Allen, 'die midden in den moeilijken strijd zitten van de
waarachtige en alzijdige beleving onzer beginselen, zullen als onmiddellijk voelen: hier
spreekt één onzer'."^'^
Deze reactie stel ik voorop, omdat ze de jongeren plaatst in een historische lijn. Het is
deze recensent ernst met de gereformeerde beginselen. Hij ervaart dat hun beleving
strijd kost, maar dat zijn die beginselen hem wel waard. Doch hun realisering zal naar hij
meent in deze tijd andere vormen dienen te kiezen dan voorheen, en antwoord moeten
zoeken op vragen die Kuypers generatie zich nog niet kon stellen. Dat sluit ook aan bij de
gedachtegang van de brochure. Aalders ziet twee richtingen in de kerk, een behoudlie-
vende en een vooruitstrevende. Geen van de twee mag de kerk naar haar hand zetten.
Wordt zij conservatief, dan komt zij buiten de stroom van het leven te staan. Zullen de
progressieven de toon aangeven, dan offert zij haar 'heerlijk, goddelijk verleden''*"* aan
de tijdgeest op. De rechte weg ligt in het midden: niets prijsgeven als het neerkomt op
geestelijk verraad, maar wel voortvaren 'met heiligen geloofsdurf. Dan zijn we in de lijn
van Kuyper, die vasthield aan het oude, en tevens vernieuwde waar de tijd het vroeg.
Het wat en hoe van de vernieuwing geeft Aalders niet aan. Hij noemt slechts de grote
problemen in een zeer beknopt gehouden inventarisatie: 'evangelisatie, moderne letter-
kunde, sociale actie en drankbestrijding. Voorts het vraagstuk der vrouw, het vraagstuk
122 EEN HOEKSTEEN IN HET VERZUILD BESTEL
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 510 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 510 Pagina's