Een hoeksteen in het verzuild bestel. De Vrije Universiteit 1880-2005. - pagina 337

ter was zijn ongerustheid nog niet weggenomen. Toen vestigde hij de aandacht van het

College van Decanen op 'het zijns inziens vrij grote aantal benoemingen van personen,

die niet bij enig kerkgenootschap zijn aangesloten'.3« Een goed voorbeeld van een opge-

rekte bereidverklaring levert de sollicitant die antwoordde dat alle religieuze tradities

voor hem dezelfde betekenis hadden. 'De bijbel heeft voor hem geen gezag en is opge-

nomen in de traditie. Hij kan niet geloven dat Christus is opgestaan.' Maar hij kon wel

tekenen, als de benoemingscommissie meende dat deze verklaring als instemming be-

schouwd kon worden. De commissie achtte deze uiteenzetting ten enen male onvol-

doende. Zo kon men niet waarmaken wat de grondslag uitdrukte, in de eis van 'gehoor-

zaamheid aan het evangelie van Jezus Christus'.344

Hij is een van de weinige medewerkers geweest die niet door de selectie heen kwamen.

Voor hoogleraarsbenoemingen lag de lat in het begin van deze periode hoger. In 1969

333

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen