Aardwetenschappen aan de Vrije Universiteit 1960-2001 - pagina 22
richtingen, zoals genoemd onder c) serieus gestalte te kunnen (blijven) geven die
nen in het kader van het benoemingsbeleid van de VU ook personen benoemd te
kunnen worden die de grondslag van de universiteit niet kunnen onderschrijven
maar die zich in dat opzicht wel loyaal willen opstellen Voor wat het laatste punt
betreft geldt dat de problematiek rond de landelijke herstructurering der aardwe-
tenschappen de besturende colleges van de VU eens te meer confronteert met, en
deels ook katalyseert, de noodzaak om keuzes te maken serieus meetellen als
universiteit (hetgeen, zeker vanuit het perspectief van vandaag, aanpassing van
het benoemingsbeleid onvermijdelijk maakte), of stringent handhaven van het
vigerende benoemingsbeleid (hetgeen in verschillende disciplines in wetenschap
pelijk opzicht op termijn tot een tweederangs positie of erger dreigde te leiden)
Niet het benoemingsbeleid (begrijpelijk gezien de sinds het eind van de jaren '60
snel veranderende concepties) blijkt voor de Vrije Universiteit uiteindelijk het
potentiƫle struikelblok te zijn, maar de autonomie van de instelling In de laatste
fase van het tot stand brengen van een overeenkomst weigert de VU categorisch
akkoord te gaan met een constructie waarin zij partner zal zijn m een interuniver-
sitair instituut Het resultaat is dat de landelijke samenwerkingsovereenkomst uit-
eindelijk betrekking heeft op een gezamenlijk beleid van de instellingen m het
kader van een Interuniversitair Beleidsorgaan, onder regie van een Bestuur en
geadviseerd door een Wetenschappelijke Raad
20
De eerste stappen; de sectie Aardwetenschappen en de Commissie-Verwey
Voordat een eindresultaat wordt bereikt, is er veel gepasseerd In de periode aan
sluitend op het verschijnen van de brief van de minister buigt allereerst de sectie
Aardwetenschappen van de Academische Raad zich over de door de minister tot
uitdrukking gebrachte zorgen De sectie bestond uit vertegenwoordigers van de
aardwetenschappelijke subfaculteiten/afdelingen van de Universiteit van
Amsterdam, de universiteiten van Groningen, Leiden en Utrecht, de Vrije
Universiteit en de Delftse en Wageningse hogescholen Niet alleen de geologie was
m de sectie vertegenwoordigd maar ook de fysische geografie, de bodemkunde en
de mijnbouwkunde In eerste instantie bestreed de sectie de juistheid van de ana-
lyse van de minister en concludeerde dat er geen ingrijpende maatregelen noodza
kelijk waren Die positie blijkt echter met houdbaar Enerzijds geeft de minister er
medio 1966 blijk van voet bij stuk te willen houden en anderzijds komen er vanuit
het veld signalen dat er wel degelijk het nodige mis is met de bestaande situatie
Daarbij laat ook de staf, in die fase nog met vertegenwoordigd m de sectie
Aardwetenschappen waarin slechts hoogleraren zitting hebben, zich m toenemen-
de mate horen De kern van de kritiek komt er op neer dat individuele instituten
en hoogleraren eigen koninkrijken vormen en daarmee de moderne ontwikkeling
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 268 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 268 Pagina's