Een hoeksteen in het verzuild bestel. De Vrije Universiteit 1880-2005. - pagina 228
De Vrije Universiteit 1880-2005
dig einde voorspelde als het persoonlijk geloof niet krachtiger werd. Geen enkele maat-
regel zou helpen 'als die niet gedragen wordt door een reveil, een opwekking door de
Heilige Geest en een ruimere bedeling van zijn gaven en krachten'. Slechts vurig gebed
en verootmoediging zouden de gehoopte herleving dichterbij kunnen brengen.3 Geen
enkele synode heeft sindsdien zich dit doel gesteld of deze middelen aanbevolen. Er zou
dus ook iets te zeggen zijn voor 1959 als het einde van een tijdperk, maar van wezenlijk
belang is de keuze van een jaartal natuurlijk niet. Onomstotelijk blijft vaststaan dat in de
late jaren vijftig en de vroege jaren zestig de oude zekerheden en samenhangen van het
gereformeerde leven worden ondergraven. De gangbare zede, de Asser schriftbeschou-
wing, de vanzelfsprekendheid van christelijke organisaties en de onaantastbaarheid van
de confessie verliezen hun geldigheid als normen in een kerk die zich open gaat stellen
voor het oecumenische gesprek, en haar verantwoordelijkheid wil aanvaarden in de
strijd tegen onrecht en armoede in de hele wereld. Het meer vooruitstrevende deel kreeg
de leiding. De meest behoudenden vormden onder de naam verontrusten een machtelo-
ze minderheid.
De koerswijziging in de gereformeerde kerken moest onvermijdelijk gevolgen hebben
voor de Vrije Universiteit. De band tussen die twee was te hecht dan dat de universiteit
zich geestelijk van die kerken los had kunnen maken. Ze zou dan haar draagvlak verloren
hebben, en daarmee het rekruteringsveld voor haar hoogleraren. Er waren in de vu-
kring wel enkelen die afwijzend stonden tegenover de zich snel voltrekkende verande-
ringen op het kerkelijke vlak en de consequenties die daaruit voortvloeiden voor de Vrije
Universiteit. Ze meenden ook recht van spreken te hebben. Bij hun indiensttreding had-
den zij instemming betuigd met de grondslag. Die belofte had de bedoeling gehad hen te
binden in objectieve zin. Een eens gegeven woord blijft geldig, ook als de omstandighe-
den waaronder het ooit gesproken werd ingrijpend zijn veranderd. Erkend moet echter,
dat de meeste hoogleraren van de Vrije Universiteit zich niet tot deze strikte uitleg ver-
plicht gevoeld hebben. Ook daarin hebben zij zich gespiegeld aan de kerken, en ze deden
dat des te gemakkelijker naarmate ze hartelijker instemden met de nieuwe koers.
Zij die zich aanpasten meenden trouwens ook niet anders te kunnen ofte mogen. De
tijd stelde nieuwe vragen, die binnen de kaders van het traditionele belijden niet te be-
antwoorden waren,"* en jongeren namen geen genoegen meer met de oude antwoorden,
die in een andere culturele context waren ontstaan.' Lag de oorzaak dus bij de tijd.' Met
die conclusie kunnen we beter voorzichtig zijn. We moeten de tijd niet te belangrijk ma-
ken. Elke generatie beleeft haar eigen eeuw als de meest opmerkelijke sinds de grondleg-
ging der wereld, en er zijn in de geschiedenis werkelijk wel perioden aan te wijzen die het
in betekenis winnen van de jaren vijftig en zestig van de twintigste eeuw. Voor de gere-
formeerden echter had dit tijdvak één speciaal kenmerk, dat onder anderen door G. Hei-
tink in zijn afscheidscollege benoemd is als de doorbraak van de verlichting. Die was in
gereformeerde kring onbekend, omdat zij 'als gevolg van de verzuiling en de leerstellige
omheining van het geloof nog niet echt tot de belevingswereld van de orthodoxie was
doorgedrongen' .^
224 EEN HOEKSTEEN IN HET VERZUILD BESTEL
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 510 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005
Publicaties VU-geschiedenis | 510 Pagina's