Aardwetenschappen aan de Vrije Universiteit 1960-2001 - pagina 49

instellingen zou in lijn moeten liggen met wat in de samenwerkingsovereenkomst

was overeengekomen ten aanzien van de verdeling van hoofdgroeperingen In de

beginfase stagneerde de beoogde ontwikkeling van het onderwijsprogramma, dat

gerealiseerd zou moeten worden binnen de kaders van de algemene herstructure

ring van het wetenschappelijk onderwijs In de eerste plaats waren de externe rand-

voorwaarden onduidelijk Zou de cursusduur 4 jaar gaan bedragen (uitgangspunt

in de nota Posthumus), of 5 jaar (een te beargumenteren uitzondering)?

De WR had in een vroeg stadium van haar bestaan (begin 1972) deze kat de

bel reeds aangebonden en in een (door het Bestuur Beleidsorgaan onder

steunde) aan de Academische Raad aangeboden nota betoogd dat een 4 jan

ge opleiding met kon leiden tot voor de maatschappij bruikbare geologen en

geofysici Hoewel deze opvatting in het veld breed werd gedeeld valt niet uit

te sluiten dat ook een zeker opportunisme een rol speelde in deze positiebe

paling Enerzijds moest vermeden worden dat excessieve studieduurverkor

ting zou kunnen leiden tot bijstelling van de in het contract voorziene lande-

lijke omvang van de aardwetenschappen, anderzijds bood de unieke positie

(het departement had zich jegens de discipline gecommitteerd) wellicht

goede mogelijkheden om zonder al te veel discussie een meer dan 4 jarige

studieduur gehonoreerd te krijgen In december 1973 kreeg het dagelijks

bestuur van de WR in een onderhoud met staatssecretaris Klein de bood

schap dat men harde argumenten voor een 41/2 jarig of 5 jarig curriculum

welwillend zou bezien In mei 1974 werd m verband met de parlementaire

behandeling van het wetsontwerp Herstructurering Wetenschappelijk

Onderwijs een uitgebreide argumentatie verstrekt ten behoeve van de vaste

Kamercommissie

Maar in de tweede plaats was de aandacht van de betrokken subfaculteiten voor

alsnog primair gericht op de politieke aspecten van de effectuering van de landelij

ke samenwerkingsovereenkomst, viel er kortom nog met iets terug te draaien'

Premature besluitvorming rond studieprogramma's zou m dat verband ongewenste

effecten kunnen hebben De WR drong aan op snelle resultaten enerzijds ten

behoeve van de adstructie van een verzoek voor een cursusduur van meer dan 4

jaar, anderzijds als noodzakelijke input ten behoeve van de voor alle hoofdgroepe-

ringen op te stellen structuurplannen In oktober 1973 stelde het Beleidsorgaan

hiertoe een Interuniversitaire Onderwijscommissie m " Kort daarvoor was ook bin

nen de VSF een herprogrammermgscommissie gevormd die tot taak kreeg

a) coördinatie van nieuwe studieprogramma's b) contacten met de Wetenschappe

lijke Raad inzake herprogrammering, en c) contacten met de UvA inzake herpro

grammering

Binnen de WR speelt zich vanaf het najaar van 1973 allereerst een discussie af over

het karakter van de propedeuse^" Een voor alle studies binnen de aardweten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen