Omstreden normalisering - pagina 320

62 Righart (2004), p.15. Niek Pas (2009) maakt aantal relevante methodologi-

sche kanttekeningen bij dit begrippenpaar.

63 Mak (2004), p.878.

64 Van den Brink (1991): 'In de Nijmeegse context was de CPN een gematigde

partij. Wij probeerden te schipperen tussen de maoïsten en de progressieve

katholieken die wel iets zagen in een opening naar links'.

65 Ernsting in De Groene Amsterdammer, 13 januari 2006. Mede als antwoord

op verwijten van iemand als Dalrymple.

66 Interviews met Victor Rutgers en Henk Wesseling.

67 Interview met Jeroen Saris. Camus L'Homme révolte uit 1951, geciteerd door

Verrips in NRC Handelsblad-, 13 februari 1998. 'Het fascisme heeft nooit ge-

droomd, alle mensen te bevrijden; het wilde slechts enkelen bevrijden, die de

anderen konden onderwerpen. Het communisme streeft in zijn wezenlijk

beginsel naar de bevrijding van alle mensen, waartoe het begint met ze allen

te onderwerpen. Men kan tenminste erkennen, dat zijn bedoelingen groots

zijn. Daarentegen moet men toegeven dat beide als middel aanvaard hebben

een politiek cynisme, door beide aan dezelfde bron, het zedelijk nihilisme,

ontleend.' Overigens was er binnen de studentenbeweging weinig sympa-

thie voor de tegenhanger van Camus: Jean Paul Sartre.

In Duitsland gaat discussie thans eveneens over vraag wie was goed en wie was

fout in het rode decennium; er zou zelfs sprake geweest zijn van links antise-

mitisme. In APO-kringen werd gesproken over 'joods kapitaal' en 'joodse

kapitalisten en imperialisten'. Dit lijkt me allemaal niet van toepassing op de

Nederlandse situatie. Zie bv. Verbij (2005).

68 De Groene Amsterdammer, 13 januari 2006.

69 Regtien {1988), p.176.

70 Het student, verwijst naar de studentenstand, Lammers (1968).

71 Lammers (1968). Lammers noemt klassen 'groeperingen van mensen die op

grond van een soortgelijke aftiankelijkheidspositie in een heerschappijver-

band gemeenschappelijke belangen (latente of manifeste) hebben tegenover

bepaalde autoriteiten'. Zie ook: Janssen (1980), p.205.

72 Demokratisch Manifest.

73 Nihilisten zijn studenten die geen lid zijn van een studentenvereniging.

74 Janssen (1980,1983).

75 Langmans (2006). In: DeMoero/-jrg 25 nr 2.

76 Dit is een centrale thesen in het oeuvre van Righart.

77 Regtien (1969), p.54-

78 Van Doorn (1973).

79 De Moor (1970).

80 Wiegersma in Zwartboek Maagdenhuis.

318

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen