GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Een handvol filosofen - pagina 260

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een handvol filosofen - pagina 260

Geschiedenis van de filosofiebeoefening aan de Vrije Universiteit in Amsterdam van 1880 tot 2012

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

256 V C Filosofen van de historische vakken

Inmiddels was de vakgroep in 1977 uitgebreid met D.T. Runia als wetenschap-

pelijk assistent, die twee jaar later wetenschappelijk medewerker werd. In 1951 in

Nederland geboren, was Runia in Australiƫ opgegroeid en had hij aan de universi-

teit van Melbourne klassieke talen gestudeerd. Dankzij een beurs van ZWO k o n hij

zijn promotiestudie voltooien en promoveerde hij in 1983 bij Bos op het tweede-

lige proefschrift Philo of Alexandria and the Timaeus of Plato - het zou later inter-

nationale erkenning krijgen als een standaardwerk op dit gebied. Hij was een geta-

lenteerde onderzoeker die niet alleen cum laude was gepromoveerd, maar o o k in

1985 een Constantijn en Christiaan Huygens-stipendium en in 1990 een beurs van

de V o n Humboldt-Stiftung kreeg. Vanwege de C.J. de Vogelstichting werd hij in

1991 aan de Utrechtse universiteit benoemd tot bijzonder hoogleraar met de leer-

opdracht ' D e traditie van het platonisme in relatie tot het vroege christendom'. Een

jaar later verliet hij de Vrije Universiteit om in Leiden hoogleraar voor antieke en

middeleeuwse filosofie te worden. Hij zou zich ontwikkelen tot een internationaal

gerespecteerd Philokenner.

3 J.A. A e r t s e n : m e t middeleeuwse filosofie v a n Amsterdam naar Keulen

In zijn in 1984 uitgesproken inaugurele rede, getiteld Middeleeuwse beschouwin-

gen over waarheid. Adaequatio rei et intellectus, begon Aertsen met een verwijzing

naar het rapport van de synode van de Gereformeerde Kerken 'over de aard van het

Schriftgezag'.''' Aan dit rapport, dat het stempel van Van Peursen droeg en dat in

paragraaf B3 van dit hoofdstuk reeds ter sprake is gekomen, lag de subject-object-

verhouding ten grondslag. Vervolgens waren opvattingen van objectieve en subjec-

tieve waarheid verworpen en was de opvatting van een relationele waarheid verde-

digd. Deze opvatting hield in dat waarheid zich aftekent binnen een relatie of binnen

een betrokkenheid van de mens tot iets anders. Volgens het synoderapport zou dit

relationele waarheidsbegrip goed aansluiten bij wat de Bijbel waarheid noemt. Als

representatief voor het objectieve waarheidsbegrip werd in het rapport de middel-

eeuwse formulering van waarheid aangevoerd: '[WJaarheid is de overeenstemming

van de menselijke voorstelling met de zaken zelf'.'* Maar zou de mens in deze opvat-

ting niet te passief getypeerd zijn? En zou het relationele waarheidsbegrip dat wijst

op menselijke betrokkenheid en de werkzame geest van de mens iets nieuws bieden

en een meerwaarde hebben? Deze vragen hielden Aertsen bezig in zijn rede.

In zijn bespreking van de vijf transcendentalia (begripsbepalingen die aan elk zijnde

als zijnde toekomen) in Thomas' De ventate, wees Aertsen erop dat 'waar' tot de

transcendentalia behoort en derhalve een zijnsattribuut is. Wanneer transcendentalia

elkaar niet uit- maar insluiten, dan geldt dat het zijnde en het ware verwisselbaar zijn;

elke zijnde is waar, en omgekeerd. Hoewel zijnde en waar verwisselbaar zijn, wil dit

echter niet zeggen dat deze termen synoniem zijn; de transcendentale bepaling 'waar'

drukt iets uit, dat in de term zijnde niet tot uitdrukking komt. De bepaling 'waar'

17 De rede van Aertsen verscheen behalve In het Nederlands ook m het Engels onder de titel Medieval Reflec-

tions on Truth Adaequatio rei et intellectus (Amsterdam, 1984) Het genoemde synodale rapport was getiteld

God met ons over de aard van het Schriftgezag (Kerkmformatie, nr. 113, Leusden, 1981).

18 God met ons, p. 10.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013

Publicaties VU-geschiedenis | 548 Pagina's

Een handvol filosofen - pagina 260

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013

Publicaties VU-geschiedenis | 548 Pagina's