GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Een handvol filosofen - pagina 42

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een handvol filosofen - pagina 42

Geschiedenis van de filosofiebeoefening aan de Vrije Universiteit in Amsterdam van 1880 tot 2012

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

38 / Fragiel begin (1880-1918)

toren op aangedrongen Woltjer zonder vertraging aan te stellen, 'wijl deze anders

waarschijnlijk spoedig aan eene Rijksuniversiteit zal worden benoemd'7^ Woltjer

heeft er zeker toe bijgedragen dat de beeldvorming van de Vrije Universiteit lang-

zaam maar zeker veranderde, mede vanwege de kwaliteit van de proefschriften van

zijn promovendi. De eerste filosofische proefschriften die aan de Vrije Universiteit

werden verdedigd, kwamen onder zijn supervisie tot stand.7'' In 1902 werd hij be-

noemd tot lid van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen - de

eerste hoogleraar van de Vrije Universiteit aan wie deze eer te beurt viel.7'

6 W. Geesink: theoloog en filosoof over ethiek

Het bleek niet eenvoudig om voor Hoedemaker een geschikte opvolger te vinden.

Vooral zijn veelomvattende leeropdracht van theologische en filosofische vakken

maakte de opvolging moeilijk. Dr. H. Bavinck, hoogleraar aan de Theologische

School in Kampen, werd benoemd, maar hij bedankte. Vervolgens had Kuyper in

een brief aan het college van curatoren geschreven in de Rotterdamse predikant

Geesink een goede kandidaat te zien. Geesink was echter kerkhistoricus. Hij was

in Utrecht weliswaar op een degelijk proefschrift gepromoveerd, maar de curato-

ren hadden aarzelingen over zijn kwahteiten voor de uitgebreide leeropdracht. De

aarzelingen bleken echter niet onoverkomelijk en in 1890 werd Geesink in de theo-

logische faculteit benoemd tot buitengewoon hoogleraar; in 1895 volgde zijn be-

noeming tot gewoon hoogleraar. In de theologische faculteit zou hij onder andere

ethiek en elenctiek geven. Had Hoedemaker nog onderwijs gegeven in wat men de

geschiedenis van de idolatria (afgoderij) noemde, elenctiek stond voor het onderwijs

in de weerlegging van pseudo-religies. In de letterenfaculteit werd hij buitengewoon

hoogleraar om onderwijs te geven in logica, kenleer, geschiedenis van de filosofie en

de psychologie (die destijds als een filosofisch vak werd beschouwd).^'^

Geesink gaf vijf inleidingscolleges filosofie die voor alle studenten van de Vrije

Universiteit verplicht waren: een college systematische wijsbegeerte, twee colle-

ges geschiedenis van de wijsbegeerte, een college logica en een college psychologie.

Voor gevorderde studenten gaf hij verdiepende colleges in de geschiedenis van de

wijsbegeerte, logica en psychologie. De colleges logica gingen over Aristoteles aan

de hand van Trendelenburgs Elementa logices anstotelicae en in latere jaren met bij-

zondere aandacht voor Sigwarts Logik. Geesink gaf in zijn colleges geen overzicht

van bepaalde perioden in de geschiedenis van de filosofie. Hij behandelde de ge-

schiedenis aan de hand van bepaalde filosofen. In zijn onderwijs van de geschiede-

73 "Zit Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerden Grondslag (over 1880), p 9.

O o k Notulenboek van de Faculteit der Letteren en Wijsbegeerte, 24 maart 1881

74 Van de zestien promovendi van Woltjer promoveerden dne op een filosofisch proefschrift F F C Fischer,

De deo Aeschyleo (Over de godsopvatting van Aeschylus, 1892), H J Flipse, De Vocis quae est logos stgnifica-

tione atque usu (Over de betekenis en het gebruik van het woord 'Logos', 1902) en R H Woltjer, De Platone

prae-Socraticorum philosophorum existimatore et ludice (Over Plato als bewonderaar en criticus van de voor-

socratische filosofen, 1904). De andere promovendi hadden een historisch of een filologisch onderwerp Tot

1897 vonden de oraties en promoties aan de Vrije Universiteit plaats in de Schotse Zendingskerk, daarna in het

auditorium van het Gebouw van de Maatschappij voor den Werkenden Stand, Kloveniersburgwal 87

75 Zie Van der Laan,/an Woltjer, pp 19, 230

76 Zie Aalders, / 2 j jaar Faculteit der Godgeleerdheid, pp 40-43

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013

Publicaties VU-geschiedenis | 548 Pagina's

Een handvol filosofen - pagina 42

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013

Publicaties VU-geschiedenis | 548 Pagina's