Omstreden normalisering - pagina 61

ke studenten op gescheiden wooneenheden, althans officieel. De

praktijk is anders. Gezang 121, 'God roept ons broeders tot de daad',

krijgt in deze omgeving een geheel andere betekenis. Uiteindelijk

wordt de seksescheiding in de studentenhuizen op Uilenstede in 1972

officieel losgelaten. De Nederlandse Vereniging voor Seksuele Her-

vorming (NVSH) opent tot ontsteltenis van menig VU-bestuurder al

in 1969 een eigen middelendepot op deze campus, op een studenten-

kamer."5

De massificatie van de universiteiten, een gevolg van de toenemende

behoefte aan wetenschappelijke kennis en hoger opgeleiden in vooral

bèta en sociale disciplines, kan niet zonder consequenties blijven voor

inrichting van het wetenschappelijk onderwijs, de omvang en aard

van de wetenschappelijke staf en de organisatie en besturing van de al-

ma mater. Gabriel van den Brink, in de jaren zeventig actiefin de Nij-

meegse studentenbeweging, wijst erop dat de kennisproductie ingrij-

pend werd gereorganiseerd. Zo nam in Nijmegen het gewicht van de

letterenfaculteit af, terwijl dat van de sociale faculteit aanmerkelijk

steeg. Verder kregen veel disciplines een meer toegepast karakter en

verminderde het belang van meer reflexieve, wetenschapsfilosofische

of levensbeschouwelijke onderdelen in de opleidingen. Van den Brink

noemt het effect van deze modernisering in Nijmegen groot, de gees-

teswetenschappen raakten aan de Katholieke Universiteit hun domi-

nante positie kwijt."^ Socioloog Kees Schuyt, in de jaren zestig stude-

rend in Leiden, wijst erop dat de kiem voor veel latere veranderingen

aan de universiteiten al in de jaren vijftig is gelegd. Door de groeiende

aantallen studenten moest de organisatie van de studie snel verande-

ren, hetgeen tot de nodige initiatieven en maatregelen leidde. De ver-

andering in de studentenpopulatie en de opkomst van een krachtige

studentenbeweging veranderen het klimaat van universiteit en stu-

dentenleven daarna onherkenbaar."^ Bovendien wordt de kwaliteit

van het wetenschappelijk onderwijs toenemend in twijfel getrokken.

Het ontbreekt vaak aan aansluiting op nieuwe beroepspraktijken, in

veel faculteiten - met name de alfa- en gammafaculteiten - is nauwe-

lijks sprake van een gereputeerde onderzoekstraditie. Het studieren-

dement is, aldus Schuyt, laag: 20 tot 40 procent valt voortijdig af Dit

cijfer varieert wel per studierichting. De gemiddelde studieduur is zes

tot acht jaar, waarna driekwart van de studenten het doctoraalexamen

behaalt. Wat men de studenten in de studie wü bijbrengen is niet zo-

zeer kennis, maar ze toerusten met een wetenschappelijke en alge-

59

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen