Een handvol filosofen - pagina 198
Geschiedenis van de filosofiebeoefening aan de Vrije Universiteit in Amsterdam van 1880 tot 2012
194 V A Voorspel en begin
dat de commissie de opdracht kreeg om zelfstandig te werk te gaan in het bijhouden
van de informatie over en de controle op de naleving van de regels voor de wijsgeri-
ge vorming in andere (sub)faculteiten.'^'' Ook werd zij geacht initiatieven te nemen in
het geval ergens lacunes in het onderwijs ontstonden en de financiële consequenties
na te gaan van eventuele wijzigingen in het onderwijs. De commissie, die vele jaren
onder voorzitterschap van dr. E. Schuurman stond, rapporteerde regelmatig aan het
faculteitsbestuur en de faculteitsraad.
12 Centrale Interfaculteit in een isolement
De in 1972 ingevoerde Wet Universitaire Bestuurshervorming, die onder andere het
instellen van een faculteitsraad voorschreef, bracht met zich mee dat de Centrale
Interfaculteit een nieuw faculteitsreglement kreeg. De samenstelling, taken en ver-
antwoordelijkheden van de faculteitsraad, het faculteitsbestuur en andere facultai-
re instellingen moesten conform de wet in nieuwe universitaire regelingen worden
omschreven. Inmiddels had de Vrije Universiteit in 1971 haar grondslag vervangen
door een doelstelling om 'al haar arbeid in gehoorzaamheid aan het Evangelie van
Jezus Christus te richten op het dienen van God en Zijn wereld'. De Centrale Inter-
faculteit wilde die doelstelling volstrekt serieus nemen, zowel in haar onderwijs en
onderzoek als in haar beleid en faculteitsreglement.
Zo besloot het faculteitsbestuur in 1972 onder voorzitterschap van prof. Troost
om aan 'de docenten mee te delen dat aan het begin van elke dag de colleges dienen
aan te vangen met bij bellezen en gebed. Op de docenten zal een positieve aandrang
worden uitgeoefend om het gebed niet dan in grote noodzakelijkheid na te laten
(vanwege karakter vu)'."^' Dat dit besluit nodig werd geacht, wees erop dat verschei-
dene docenten het ochtendcollege niet op de gewenste manier openden, al waren er
enkelen die dat wel deden. In latere bestuursvergaderingen zou dit onderwerp niet
weer ter sprake komen, maar een jaar later kwam het wèl aan de orde in de facul-
teitsraad. Het student-lid Ippel deelde bij de rondvraag mee dat dr. Geertsema de
gewoonte had om zijn colleges te beginnen met bijbellezen, een uitleg van het gele-
zene en gebed. Op vragen van studenten had Geertsema geantwoord dat hij handel-
de conform een besluit van de faculteit. Volgens Ippel werd de uitleg van Geertsema
'door sommigen niet erg op prijs gesteld' en hij vroeg of de raad hierover met Geert-
sema contact kon opnemen. De decaan. Van der Hoeven, die zijn ochtendcolleges
voor filosofiestudenten ook begon met bijbellezing en een korte uitleg, antwoordde
dat het inderdaad ging om een besluit van de faculteit. Hij stelde dit besluit niet ter
discussie. De raad zag geen reden om met Geertsema contact op te nemen en besloot
dat de studenten deze kwestie rechtstreeks met deze docent konden bespreken.**
Enkele jaren later, in 1977, hadden de docenten kennelijk een reden om tijdens
een stafvergadering te spreken over de opening van het ochtendcollege. De meer-
derheid van de aanwezigen bleek dit college te beginnen met een korte bijbellezing,
ondanks praktische problemen die er soms waren door te laat komende studenten
64 Faculteitsbestuur, Verslag, 14 november 1972, in archief CIF, doos 74
65 Faculteitsbestuur, Verslag, 30 juni 1972, in archief CIF, doos 74
66 Faculteitsraad, Notulen, 19 februari 1973, in archief cit, doos 72
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013
Publicaties VU-geschiedenis | 548 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013
Publicaties VU-geschiedenis | 548 Pagina's