GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Eloquentia Divina : het stijlprobleem der oude christenen - pagina 25

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Eloquentia Divina : het stijlprobleem der oude christenen - pagina 25

Rede uitgesproken ter gelegenheid van den Dies Natalis der Vrije Universiteit

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

we, hoe Augustinus hun aesthetische waarde sublimeert door ze te beschouwen als afschaduwing der numeri sempiterni en ze daardoor in relatie te brengen met de summa pulchritudo, de hoogste schoonheid, die de Schepper gelegd heeft ook in de intellegibele wereld. Die hoogste schoonheid ontstaat uit de antithese of uit de gelijkheid der deelen"^). Reeds in zijn oudste geschriften spreekt Augustinus deze opvatting uit en betoogt hij de noodwendigheid der antithesen, die ten slotte teruggaan op de fundamenteele tegenstelling van goed en kwaad. ,,Waar alles goed is, is geen orde; er is ook kwaad en daardoor omsluit de orde ook het goede," zoo zegt hij"'), en elders: ,,Daar deze orde en beschikking den harmonischen samenhang van het al juist door het contrast behoedt, is het noodwendig, dat er ook kwaad is. Zoo wordt als het ware uit de antitheta, uit de tegengestelden, gelijk wij dat ook in den stijl zoo mooi vinden, de schoonheid van alle dingen gezamenlijk gevormd"**). Dit thema treffen we telkens aan in de werken van Augustinus en de voorbeelden van antithesen zijn schier talloos ^^). Maar het grootste deel van deze antithesen kan teruggevoerd worden op de tegenstelling God — duivel, die de universitas rerum beheerscht en waarvan Augustinus in een hoofdstuk van zijn commentaar op Genesis **), dat zelf als exempel kan gelden van een fraaie antithetisch gebouwde passage, als praeludium op zijn grootste en diepst doordachte werk, reeds een schetsteekening geeft door de contrapositie van de beide amores, de liefde tot het goede en die tot het kwade, die reeds vóór de historie in de engelenwereld hun aanvang nemen, met de menschheid de geschiedenis binnentreden, haar in verwarring en onderlingen strijd beheerschen en eindelijk in het laatste oordeel hun definitieve scheiding zullen vinden. Het belangrijkst is echter voor ons een plaats uit zijn werk ,,De Civitate Dei"®'), waar Augustinus opzettelijk spreekt over de rhetorische antithese, haar als het ware Christelijke wijding geeft door opnieuw de straks reeds door mij aangehaalde passage van Paulus met haar antithetischen bouw bij wijze van voorbeeld te citeeren en dan verder betoogt, dat gelijk de tegenoverelkanderstelling van tegengestelden de schoonheid van den stijl bewerkstelligt, zoo ook de orde der dingen in de eeuwen door God door middel van antithesen tot een schoon 23

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 oktober 1939

Rectorale redes | 34 Pagina's

Eloquentia Divina : het stijlprobleem der oude christenen - pagina 25

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 oktober 1939

Rectorale redes | 34 Pagina's