De Synode van Assen.

Verbetering. Bij den aanvang der zitting van Donderdagmorgen is niet gezongen Psalm 15:2 en 4, maar Psalm 100:2 en 4.

Negende zitting.

Vrijdagmorgen te 9 uur opende de voorzitter, Ds K. Fernhout, de negende zitting, nadat gezongen was Psalm 132:5 en 9, met gebed. Na gehouden appèl nominaal werden de notulen der achtste zitting gelezen en vastgesteld.

Daarop wordt vastgesteld de tekst van het telegram, dat Zaterdag aan H. M. de Koningin zal worden verzonden ter gelegenheid van het zilveren huwelijksfeest van het Koninklijk echtpaar.

Het telegram luidt als volgt:

„Aan H. M. de Koningin.

De Gereformeerde Kerken in Nederland, te Assen in buitengewone Synode vergaderd, bieden "Uwe Majesteit en Hoogstderzelver doorluchtigen Gemaal bij gelegenheid van Hun Zilveren Huwelijksfeest hare^_eerbiedige hulde, onder ootmoedigen dank aan den God Uwer vaderen voor het voorrecht, aan het Koninklijk Huis daarin geschonken, en met de hartelijke bede, dat de Almachtige Zijnen onmisbaren zegen tot in lengte van jaren bestendige en vermeerdere over het Koninklijk Huis.

FERNHOUT, Praeses."

'Vervolgens doet de voorzitter voorlezing van de volgende telegrammen:

„De Classis Zutphen, heden vergaderd te Zutphen, bidt U bij al Uwe beraadslagingen het licht en de leiding des Heiligen Geestes toe.

HUMMELEN."

„Classis Dordrecht, heden bijeen, bidt U ook gedurende Uw verdere beraadslagingen de onmisbare leiding des Heiligen Geestes toe.

Moderamen:

GRAVENDIJK, Praeses.

DONNER, Scriba."

Deze telegrammen worden met dank voor kennisgeving aangenomen.

Ds Tj. Petersen, Wolvega, rapporteert namens Commissie 3 (Kerkrechtelijke Commissie) over de adressen van G. C. v. Kerkhof en E. v. Niekerken, bel. leden van Amsterdam-Zuid. De commissie stelt voor: bovengenoemde stukken voor kennisgeving aan te nemen op grond, dat de bedoeling der inzenders niet was, dat hun inhoud afzonderlijke punten van behandeling zou vor; : men, maar om de Synode mededeelingen ter inlichting te verstrekken.

Aldus wordt besloten.

Ds Gispen, voorz. 3e commissie (kerkr. comm.) deelt mede, dat de commissie van den Kerkeraad van Amsterdam-Zuid, na een verklaring van Prof. Dr H. H. Kuyper in de vergadering van bedoelde commissie, uit het protest van den Kerkeraad van Amsterdam-Zuid betreffende de door de Part. Synode van Noord-Holland inzake het bezwaarschrift van dien Raad tegen de suspectverklaring van Dr J. G. Geelkerken genomen beslissing, uit het onderdeel dat aldus luidt:

„Tevens echter kan Uwe vergadering uit dezen gang van zaken blijken, dat — wat ook het gevoelen zij der Synodale Commissie van Noord-Holland — en, reeds suiver formeel genomen, inderdaad GEEN RECHT was „om Dr Geelkerken naar het Onderteekeningsformulier de bekende vragen te stellen", daar inderdaad geen van de elementen, die volgens het Onderteekeningsformulier hier aanwezig moeten zijn, hier gevonden worden: er waren voor de Classis geen „gewichtige oorzaken van nadenken", er was geen bedreiging van „de eenheid en zuiverheid der Leer", er waren ook naar het oordeel der Kerkelijke vergadering (d. i. der Classis) geen „rechtvaardige oorzaken van verdenking gegeven: Vit is eerst uitgesproken niet door de Classis, maar door Deputaten ad art. 4g, en ook door dese niet aanstonds, maar nadat hun op het ontvangen „college in het Kerkrecht" waarschijnlijk was geleerd, dat dit de e enig e weg was om de gezvensehte verklaring te verkrijgen", terug te nemen de woorden: , , en ook door deze niet aanstonds maar nadat hun op het ontvangen „college in het Kerkrecht" waarschijnlijk was geleerd, dat dit de eenige weg was om de gewenschte verklaring te verkrijgen", en voorts zich nader te bedenken over het eerste gedeelte.

Ds Gispen wijst er op, dat daarmede dus de voorstelling, in het land verbreid, alsof Prof. Dr H. H. Kuyper zou hebben medegewerkt tot het opstellen van het advies en de vragen van Deputaten art. 49 'K.O., aan Dr J. G. Geelkerken te stellen, is gebleken onwaar te zijn.

De volgende openbare zitting zal worden gehouden Dinsdag 9 Febr., 9 uur. De vergadering gaat over in Comité-Generaal.

Tiende zitting.

Dinsdagmorgen om 9 uur werd de tiende zitting aangevangen. Gezongen werd Ps. 119:17, waarna de voorzitter, Ds Fernhout, voorging in gebed.

Uit het appèl nominaal blijkt, dat door hun secundi zijn vervangen: Ds W. H. Gispen van Scheveningen en de Ouderlingen D. Mulder van Zierikzee en G. van Zeggelaar van Ransdorp. Hun secundi zijn resp. Ds H. A. v. Minnen van 's-Gravenzande en de Ouderlingen P. A. Schwartz van Krabbendijke en A. de Boer van Landsmeer.

De voorzitter deelt mede, dat hij vernam, hoewel er officieel nog geen bericht is, dat Ds Gispen ongesteld is. Hij spreekt de hoop uit, dat deze ongesteldheid van korten duur moge zijn.

De praeses verwelkomt de secundi, die instemming betuigen met de belijdenis der Geref. Kerken.

Als de notulen der negende zitting zijn gelezen, doet de praeses oorlezing van een schrijven van Prof. Dr C. van Gelderen, eedeelend, dat hij verder niet ter Synode kan komen, daar ijn colleges niet langer kunnen stilstaan.

Voorts wordt voorlezing gedaan van een schrijven van eenige roeders uit Amsterdam en Amsterdam-Zuid. Dit schrijven ordt voor kennisgeving aangenomen.

Een schrijven kwam in van br. K. Bartels uit Zuilen. Besloten wordt, hem te antwoorden, dat hij, bijaldien zijn verzoek ter classis kwam, zich thans heeft te wenden tot de Part. Synode.

De vergadering gaat daarop in comité-generaal om zich te eraden over een voorstel van Dr K. Dijk als voorzitter van ommissie IV (dogmatische commissie) rakende de verdere erkwijze der Synode.

Daarna wordt de vergadering in comité-generaal geschorst tot insdagavond 8 uur.

152 Elfde zitting.

In de 8 uur Woensdagavond heropende zitting deed de voorzitter allereerst mededeeling van enkele ingekomen stukken. Van de classis Haarlem kwam een telegram van heilbede in. De praeses las een ingekomen schrijven van br. G. C. van Kerkhof, van Amsterdam-Zuid. Dit werd gesteld in handen van Commissie III (Kerkrechtelijke commissie). Ook deed de praeses voorlezing van een schrijven van br. H. J. van Lochem, van Amsterdam-Zuid, die instemming betuigde met het schrijven van br. Van Niekerken met de bereidverklaring tot het geven van mondelinge toelichting. Dit schrijven werd voor kennisgeving aangenomen.

Ingekomen was ook een rapport van Commissie III (Kerkrechtelijke commissie) over de verklaring van den heer H. A. Höweler c. s., namens óo overigens niet met name genoemde studenten aan de Vrije Universiteit in verband met de kwestie-Geelkerken. De Commissie stelde bij monde van Ds W. L. Milo, van Almelo, voor, deze verklaring voor kennisgeving aan te nemen, daar het alleen een verklaring geldt, waarmede de Synode bij haar beraadslagingen rekening kan houden. Aldus werd besloten.

Besloten werd, het volgende uit de geheime zitting over te brengen in de acta der openbare zitting:

„Dr K. Dijk, voorzitter van de IVe commissie (dogmatische commissie) deelt mede, dat deze commissie thans met haar arbeid zoover gereed is, dat de Synode een besluit zal hebben te nemen omtrent de wijze, waarop Dr Geelkerken zal worden gehoord. Hij dient daartoe een voorstel in, dat na breedvoerige en nadere toelichting en aanvulling door de Synode werd aanvaard.

De commissie wordt hiermede door de Synode gemachtigd. Dr Geelkerken in staat te stellen, zijn protest nader bij haar toe te lichten en hem inlichtingen te vragen en vragen te stellen, bij welke handelingen de andere leden der Synode tegenwoordig mogen zijn, zonder zich in de discussie te mengen. Daarna zal de commissie haar rapport in de Synode uitbrengen, waarbij dan de leden der Synode uit den aard der zaak het recht hebben, aan de beraadslagingen deel te nemen.

De tijd tegen wanneer Dr Geelkerken kan worden opgeroepen, zal nader worden bepaald."

Nader deelde de praeses mee, dat het volgend telegram was verzonden:

„Synode verzoekt u, morgen. Woensdag, om 2 uur ter vergadering te komen voor toelichting van uw protest, inlichtingen met betrekking tot uw zaak en nadere verklaring van gevoelen. — Moderamen".

De Synode ging hierop in comité-generaal. Reeds te kwart voor negen werd de vergadering gesloten.

De Synode mocht Donderdag van H. M. de Koningin en Z. K. H. Prins Hendrik het volgend telegram ontvangen:

„Wij betuigen U onzen oprechten dank voor de ons aan-• geboden gelukwenschen en zijn zeer gevoelig voor de daarbij uitgesproken zegenbede.

(w. g.) WILHELMINA—HENDRIK."

Voorts ontving de Synode nog de volgende telegrammen: „De classis Middelburg, in vergadering bijeen, bidt de Synode toe wijsheid van God, opdat hare beslissingen zijn tot Zijn eer en heil der kerken.

(w.g.) WESSELS, praeses."

„De kerken, in de classis Workum in vergadering bijeen, wenschen de Generale Synode de leiding des Heiligen Geestes toe bij hare werkzaamheden.

(w. g.) Het Moderamen."

„De classis Bellen, bijeen in vergadering te Beilen, bidt U toe wijsheid van God om den vrede in onze kerken te herstellen.

(w.g.) TH. KUIPERS, Voorzitter."

Na een dag van commissie-vergaderingen kwam de Synode Donderdagavond te half negen in comité-generaal bijeen. Te half tien werd de vergadering weer openbaar.

De praeses deed in deze openbare zitting mededeeling van de telegrammen, die wij boven reeds vermeldden.

Ingekomen waren ook eenige brieven, waarvan de voorzitter eveneens voorlezing deed. Hiervan zij vermeld een sclnrijven van den heer H. v. d. Schaar, waarbij afschrift werd gevoegd van een bezwaarschrift zijnerzijds van den Kerkeraad van Amsterdam-Zuid gericht.

Te kwart voor tien ging de Synode hierop weer in comitégeneraal. Te 10 uur werd de zitting gesloten.

De Synode is nu verdaagd tot Dinsdag a.s.; te negen uur heeft dan een openbare zitting plaats, die echter alleen dient voor het verrichten van enkele formaliteiten.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen