GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

HOOFDARTIKEL

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

HOOFDARTIKEL

Opgenomen.¹)

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Welk een rijke beteekenis moet daar lieden in it woord liggen, nu de Heere ten Hemel vaart. ^^fannee]'. we daarin geen g.rootheid en heerlijk^ Md zien, zooals dat wèl het geval is met de teboorte des Heeren, of ook met Zijn Opstanding litdedooden vooral, waarin Hij Zijn maclit heeft jeopenbaard, dan ligt dat niet aan het feit op achzelf; want, dat is heerlijk, en dat móét heerzijn! We zijn toch na de Opstanding, en er is stads dien tijd vooruitgang. Zoo moet er ook een iiieei'dere ontplooiing van heerlijklieid wezen; meer vertooning van de grootheid en majesteit w Christus, daar er toch een nieuwe trap in Zijn wliooging komt.

Toch gebeurt het soms, dat we er moeite mee liebben om het hier te zien.

Doch dat niet-zien van die majesteit ligt niet M het feit, maar enkel aan onze kortzichtigheid. ' Men heeft wel eens gewezen op den eenvoud ™ ^'^^ verhaal van de Hemelvaart des Heeren, at ons door Lucas wordt gegeven in de Handeogen der Apostelen. In zekeren zin terecht.

Het is liier alles zoo eenvoudig, ook wanneer eons de dingen in gedachten voorstellen: De Heere Jezus bevindt Zich met Zijn elf disciïlea op den Olijfberg, spreekt met hen, en .zoo P eenmaal zien ze Hem uit hun midden om-

wgrijzen. We kunnen uit alles de conclusie wel trekken, tt Jiet kalm en rustig is toegegaan en de Heere 'ingzaam al hooger en hooger is gestegen, tot Hij "idelijk wegkwam uit hun gezicht. Geheel terecht is er gewezen opi den eenvtoud, * zouden haast zeggen: het gewone van, die peurlenis.

Plaatsen we, om dat goed uit te laten komen, '° maar eens een oogenblik naast een andere 'an ongeveer gelijken aard: De opiueming van

^at was heel wat anders! ™i indrukwekkender!

Daar Waren machtige, indrukwekkende teekenen J'^en heerlijke openbaring van de Majesteit "'S- Ehah en Elisah wandelen samen aan de "stzijcie van den Jordaan, en dan komt opt eens •'wonderteeken!

J, »tseling!

"•[ige - yge paarden en een Wagen van vuur komen vhege„, scheiden hen. en nemen Eliah mee. •«zoo voer Ehah in een onweder ten Hemel. Dat

De zaak zelf: Want Eliah was een mensch' van gelijke bewegingen als wij.

Maar ook de wijze, waarop dat plaats heeft gevonden: Vol majesteit der hemelsche heerlijkheid vaart Eliah op!

Neem eens aan; dat zooiets nu gebeurde; dat er een mensch uit onze omgeving, of een mensch ergens in de wereld zulks wedervoer!

Wat een schrik zou dat teweeg brengen, en wat een ontsteltenis geven !

Maar zie nu eens naar de Hemelvaart Heeren. des

Die was niet een mensch van gelijke bewegingen als wij, gelijk Eliah, al was Hij dan, ook waarachtig mensch, de Zoon des mensch en (ben-ha' adam). Maar tegelijk niet minder de Zoon van God.

Als dan bij Eliah een vui-ige w'agen met vurige paarden wordt gezien, wat moet er dan wel niet verschijnen om Hem te scheiden van de discipelen ....!

Wat?

Wat voor verschijningen?

In het geheel geen. Geen onweder; g^en wagen; geen piaardèn; geen vuur; ïiiets. *'

Christus vaart Zelf omhoog zonder eenige daarbij komende verscliijning.

Opgenomen — anders niets. Er is hier niets buitengewoons, dan het feit der opvaart zelf.

Alles gaat zoo „gewoon".

Dat is de indruk, dien wij er van krijgen. Een andere vraag is, of die juist is. Zijn hier de dingen meer gewoon, dan b.v. bij de opneming van EJiah?

We gelooven van niet.

Hier, bij den Heere Jezus in Zijn Hemelvaart is het buitengewone in den grond der zaaki veel grooter, dan bij Eliahs opneming. Het lijkt ons, dat alles eenvoudig is.

Van een bepaalde zijde bezien, is dat ook zoo. En toch is hier iets, dat veel dieper gaat, dan bij Eliah.

Wij mensclien zien veelal opi het uitwendige, op verschijnselen, gelijk die er waren bij Eliah's opneming; op; dien wagen en die paarden van vuur. En nu dat hier niet is, denken ^we Hciht: Het is veel gewoner.

Daarom is het nog niet zoo. Want Christus vaart op.

En wat is dat nu, afgedacht een oogenblik van de beteekenis van die opvaart?

Dat is — zoo zullen we het nu voorloo; pig maar noemen — het „opheffen" van de „natuurwet".

En dat is van gewicht en van vérstrekkende beteekenis!

Immers, Wat is de „natuurwet? Dat wil zeggen: Wat is de „natuurwet" hier, bij dit speciale geval? We weten dat wel.

Dat is deze, dat voorwerpen of hchamen van een bepaalde zwaarteverhouding door de aarde worden aangetrokken^ en uit zichzelf zich nimmer van de aarde kunnen verwijderen.

Dat is ook van toepassing op den mensch. We zijn met ons lichaam aan de aarde gebonden en kunnen ons niet van haar verheffen. Zal dat toch, dan moeten we gebruik maken van de middelen der techniek: van ballons, luchtschepen of vliegmadiines.

En wat wordt dan eigenlijk nog bereikt? Och, men kan zich dan betrekkeUjk hoog verheffen; hoog opstijgen tot ver boven de wolken; tot buiten het gezicht; zelfs tot wat in onze dagen heet de stratosfeer.

Maar het is toch maar een betrekkelijke hoogte. En het duurt maar kort. Dan moet men weer dalen, en komt op de aarde terecht.

Dat is de „w: et" der „natuur", die nog nooit een mensch heeft kunnen overwinnen of opzij zetten.

Een volledige verwijdering van de aarde — stel eens, dat de mensch hulpmiddelen zou vinden om dat te bereiken — zou voor den mensch den dood meebrengen. Buiten de aarde met haar dampkring is geen leven mogelijk. Men moet er maar eens op letten, hoe zij tot de aarde terugkeer en, die met gebruikmaking zelfs van de allermodernste instrumenten zich nog niet meer dan enkele duizenden meters van de aarde hebben verwijderd

We keeren nog een oogenblik terug naar EUah. Die Wias ook aan die door God gestelde regels onderworpen.

Zal hij ten Hemel varen, dan moet er dus iels bijzonders gebeuren om dat te bewerkstelligen; dat kan Eliah zelf niet doen.

Daarom komt er dan ook een wagen met paarden om hem op te nemen.

Die zijn het middel daartoe.

Eliah zelf als mensch is niet in staat om zich boven de den mensch gezette natuurorde te verheffen, en zoo laat God zien, dat Hij door een bijzondere daad dal' wonder tot stand brengt.

Hier wordt Christus ten Hemel opgenomen.

Maar het gaat veel eenvoudiger. Menschelijke middelen komen er niet bij te pas; zouden trouwens ook niet baten.

Doch hier ziet ge ook geen vurige wagen en paarden. Of — als die dan te gering waren voor Hjem — ook geen stoet van Engelen om Hem op te nemen.

Hfij gaat vanzelf. Want dat kan!

En dat is het groote! Want dat kan, omdat het de Heere is, Die opvaart, en Die niet aan de „wet" der zwaartekracht of aantrekkingskracht der aarde is gebonden.

Die gelden voor ons; voor Hem niet.

In elk geval niet, nu Hij verhoogd wordt. Dan gehoorzamen die „wetten" aan Zijn souvereinen wil, en blijken Hem niet te binden.

Men zou kunnen zeggen: Dat heeft de Heere bij andere, vroegere gelegenheden ook al wel laten zien. Dat is ten deele waar.

Maar hier komt dat nog zooveel duidelijker en scherper uit. Nu laat Christus Zijn macht zien, en toont, dat Hij niets noodig heeft om Hem van de aarde op te nemen. Daar is — wat wij zoo noemen — geen bijzonder ingrijpen Gods voor noodig, als bij Eliah. Hij vaart Zelf op.

Zonder uiterlijke vertooning. Die is hier niet noodig.

Bij Eliah wel. Bij Eliah moest blijken, dat Gods machtige Hand alles deed, en daarop moest gezien worden; niet op Eliah, maar op Gods werk.

Maar hier kan men op Christus zien, en dan krijgt God evenzoo de eere; want het is de Zoon van God, Die opvaart. En er mag niets wezen, dat de aandacht van Hem afleidt.

Mede ook daarom is alles zoo eenvoudig. Maar toch niettemin groot!

Christus vertoont daarbij wel Zijn Majesteit en

Almacht. Hij laat zien. Wie Hij is, en dat alles op Zijh wenk gehoorzaamt, ook de „wetten" in de natuur, die op aarde voor de Zijnen en voor de menschheid in het algemeen geldigheid hebben, maar door Hem worden beheerscht.

Hij kan al die ordeningen aan zich onderwerpen.

Hij kan dat — Hij doet het ook. En als Hij het doet, dan gaat het niet als hefj bij een menschenkind zou gaan, indien dat in zijn pogingen om zich voor immer, of althans naar willekeur van afstand van de aarde te verheffen, zou slagen.

Aangenomen toch eens, dat het den mensch gelukken zou, een instrument te bouwen, dat het uithield op alle mogelijke afstanden van de aarde; zoo hecht en sterk! Dan zou het instrument het uithouden, maar de mensch er in niet. Een absolute verwijdering van de aarde beteekent voor den mensch den dood!

Maar de Heere doet dat zonder instrument, en het is voor H: em de weg naar het volle licht en 1 e V e n 1

Maar dat heeft ook zijn beteekenis voor ons, die Christus eigen zijn.

Want Hij laat zien, dat Hij kan breken de „wetten", waaraan wij als menschen zijn gebonden, ook als zondige menschen: de „wetten" van dood en graf.

Hij had dat ook al eerder getoond. Hier doet Hij het nog eens, en nu toont Hij meer! Hij wijst er hier op, dat Hdj eens terzijde stellen zal de ordeningen der tegenwoordige natuur, en in en door Zijne heerlijkheid regels stellen van geheel ander karakter, dan de nu geldende; regels, die gelden zullen op de nieuwe aarde, die eens zijn zal met den nieuwen Hemel, waar ook de Zijnen ontheven zullen zijn aan de nu bestaande wetten en ordeningen der natuur.

Die worden eens buiten werking gesteld. Ook ten kwade; tot verderf en ondergang van hen, die buiten Hem leven.

Maar ten zegen en tot zaligheid voor het volk, dat Hem kent als Middelaar en Hoofd, om hen te doen ingaan in het eeuwige leven.

Opgenomen.

Zoo gezien kan dat „opgenomen-zijn" van Christus de kinderen Gods op aarde, nog aan aardsche wetten gebonden, bemoedigen, daar we weten, dat Hij als het Hoofd, dat is voorgegaan. Zijn macht zoo zal ontplooien en ontwikkelen, dat we door Hem van alles, wat ons nu bindt, vrij' gemaakt worden.

iWiat naar onze orde voor den mensch den dood beteekent, dat wordt naar Zijn orde voor dienzelfden mensch bet leven!

Zoo kan Hij, en zal Hij de Zijnen vrij maken van al het aardsche; van zonde, dood en graf; en vrij van alles, wat nog niet rechtstreeks gevolg van de zonde is, maar toch wel met haar samenhangt, daar Adam niet enkel voor de aarde bestemd was — vrij van de nü in de natuur heerschende „wetten", omdat er nieuwe ordeningen komen zullen; althans een andere orde van werken daarin zal zijn op een nieuwe aarde als de geloovigen den Heere worden tegemoet gevoerd in de lucht!


•nijncr "•^^™^'^aartsdag"-artikel wilden we eerst in het tl, u^j^" ^^ week plaatsen, waarin die dag zelf valt. Maar "" Reda f daarna. We plaatsen het daarom maar thans.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 mei 1936

De Reformatie | 8 Pagina's

HOOFDARTIKEL

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 mei 1936

De Reformatie | 8 Pagina's