GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

UIT DE SCHRIFT

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

UIT DE SCHRIFT

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

rijk geworden in Hem, in alle rede en kennis; gelijk het getuigenis van Christus bevestigd is onder xi. 1 Kor. l: Sb, 6.

De rijkdom der Gemeente.

De gemeente van Korinthe was er sterk van overtuigd, ook zonder dat Paulus er de aandacht op richtte^ dat ze rijk was in menig opzicht. Had men daar niet visioenen en openbaringen, de gave van het spreken in andere talen, elementen, die in andere gemeenten niet in die mate of in het geheel niet waren te vinden? Neen, rijk was de kerk te Korinthe zonder twijfel!

Maar, waar die gemeente van opgehoord zal hebben, dat was de merkwaardige opsomming, die Paulus gaf van den rijkdom. De rijkdom, zegt Paulus in zijn dankzegging over de gemeente, bestaat in: alle woord en allo kennis, en de getuigenis van Jezus Christus. Daar had men in die stad nu niet bepaald de meeste aandacht aan gegeven. Wie slechts over visioenen en gezichten kon spreken, die was in Korinthe de gevierde man. Wie zich beroemen kon op allerlei openbaringen en gezichten, nam een vooraanstaande plaats in het kerkelijk leven in.

Neen, zegt Paulus nu: uw rijkdom bestaat niet daarin, dat ge menschen in uw midden hebt, die over allerlei wonderlijke gaven beschikken, maar dat ge hebt de opening der Schriften en de prediking van het heil dat in Christus is. De apostel stapelt de woorden haast op elkaar om den grooten rijkdom der gemeente onder woorden te kunnen brengen. Uw rijkdom, zoo is zijn betoog, is deze: dat gij gehoord hebt de ontvouwing van den Raad Gods; dat ge bezit de kennis van de heilsgescliiedenis, dat ge op de hoogte zijt van Gods wonderen weg door de eeuwen heen, om Zijn volk te mogen behouden; dat ge mannen in uw midden gehad hebt en nog hebt, die de heilsfeiten van nabij gezien hebben, die getast hebben met hun handen aan het Woord des Levens, en die dat getuigenis ook onder u hebben uitgedragen, opdat ge met hen gelooven zoudt; dat ge apostelen en predikers moogt kennen, dïe aanschouwers geweest zijn van het lijden en sterven en van de opstanding en de hemelvaart van Jezus Christus, en die dit alles u hebben meegedeeld, opdat ook gij vrede zoudt vinden door het bloed des kruises.

En dat is nu de rijkdom van de gemeente Gods van alle tijden! Helaas wordt het ook in onze dagen betwist. Er zijn er weer velen, die de eenvoudige verklaring van het Woord Gods achterstellen bij de vermelding van allerlei persoonlijke ervaringen en belevenissen waarmee men op den preekstoel komt.

Er zijn er, die niet veel waarde toekennen aan de heilsfeiten, zooals die in het Woord Gods ons worden beschreven, maar wel aan den merkwaardigen levensloop en bekeering van deze of gene. Wij zullen echter van dag tot dag leven bij de geopenbaarde waarheid Gods en bij het getuigenis aangaande Jezus Christus. Wij zullen dien rijkdom niet gering gaan achten en een surrogaat daarvoor in de plaats gaan stellen. Doen we dat toch, dan moet dat noodwendig verarming van ons geestelijk leven tengevolge hebben. Zoodra men de breede heirbaan verlaat, waarlangs de Geest Gods alleen maar komen wil, en zoodra men de geopenbaarde waarheid Gods opzij schuift, om zich te gaan verblijden in allerlei eigen bedachten rijkdom, komt men met al zijn vrome bedoelingen op een dood spoor, in de verdorring en de verarmmg.

Natuurlijk staat voor ons de kwesüe ©enigszins anders, dan voor de kerk te KorinUie. Menschen 'die gezien en gehoord hebben met eigen oogen en ooren van het Woord des Levens, hebben wij in de twintigste eeuw niet meer.

Christus heeft voorts gegeven aan Zijn kerk herders en leeraars, om dit getuigenis aangaande Jezus Christus, zooals het door de apostelen is opgeteekend, verder te dragen en het voor te leggen aan elk nieuw geslacht, opdat degenen, die het hooren, het nog belijden mogen: „Dit is de waarheid!" De apostelen hebben gehoord en gezien en Christus Jezus doet als de Koning der Kerk in Zijn gunst nog dit getuigenis hooren, opda-t- ik ook weten zou, dat Jezus Christus zich krachtig heeft bewezen te zijn de Zoon van "God door Zijn opstanding uit de doeden, en opdat ik door het geloovig aanvaarden van dit getuigenis ook verzekerd zou zijn van den eenigen troosit in leven en in sterven.

God de Heere moge ons oog steeds meer openen voor dezen oneindigen rijkdom, waardoor ook wij — evenals de kerk te Korinthe — „in geen enkele genadegave achteraan komen", en Hij beware ons ervoor dat wij een anderen rijkdom zouden gaan zoeken dan deze.

Zalig zijn zij, die dezen rijkdom in de prediking mogen bewonderen, en die in den dienst des Woords iels mogen vinden van de diepten van den Raad Gods om Zijn volk erfgenamen te maken van het eeuwige leven.

Maar dat is ook niet noodig.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 juli 1939

De Reformatie | 8 Pagina's

UIT DE SCHRIFT

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 juli 1939

De Reformatie | 8 Pagina's