GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

U EN UW ZAAD.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

U EN UW ZAAD.

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

(Antwoord aan ds Hoeksema.)

Hoe spreekt de Schrift? In de taal, die de synodes van 1942 en daarna ons wilden opdringen: dat de volle heilsbelofte , , eigenlijk" alleen de uitverkorenen toekomt? En zooais ds Hoeksema het sterk heeft uitgedrukt, in woorden die Herinneren aan de beruchte taal yan Toelichting en Praeadvies: „Het is eenvoudig niet waar, dat God in den Heiligen Doop iets belooft en verzegelt aan alle gedoopten"?

Of is het naar de Schrift, wanneer de bekende groep van indertijd vooraanstaande bezwaarden in de „Verklaring van gevoelen" (Nov. 1943) haar meening o.a. in deze punten formuleerde:

2. dat God in Christus zijn genadeverbond he'eft opgericht met de geloovigen en hun zaad (Gen. 17 VS 7; Gal. 3 : 14, 29); -

3. dat daarom alle kinderen der geloovigen verbondskinderen zijn (Hand. 3 : 25);

4. dat al die kinderen heilig (1 Cor. 7 : 14) of in Christus geheiligd zijn (1 Cor. 1 : 2, Doopsformulier);

5. dat derhalve aan al die kinderen de heilsbelofte van dat verbond toekomt (Hand. 2 : 39);

6. dat dus voor al die kinderen de doopsbediening is beteekening en verzegeling aan hen van het verbond der genade of die heilsbelofte (Gen. 17 : 11. 13—14; Doopsformulier) ?

Deze punten zijn van belang, omdat zij (hoewel geen officieel aanvaarde leeruitspraken van onze Gereformeerde kerken), toch den gedachtengang weergeven, van waaruit bezwaar werd gemaakt tegen de synodale leerbeslissingen.

Het lijkt mij dienstig, allereerst te letten op enkele hier genoemde teksten. Laten wij beginnen met Hand. 2 : 39, vooral bekend uit ons doopsforinulier: ant u komt de belofte toe en uw kinderen, enz.

Opmerkelijk is hier de Statenvertaling, die ook in ons doöpsformulier gevolgd is. Er staat immers in den grondtekst alleen dit simpele woord: want voor u is de belofte en voor uw kinderen (humin gar estin hèiepanggelia). Wie zich dus blindstaart op de letterlijke bewoordingen van den tekst, zonder te letten op den samenhang, kan ep zich van afmaken met te zeggen: hier wordt niets verkondigd over de vraag, of die belofte aan elk van de daar aanwezigen geadres-•seerd is. En wie zich niet weet vrij te maken van de synodale gedachteninfectie, denkt er natuurlijk-dadelijk weer bij, wat hem ook voorgehouden wordt bij den doop in de synodale gemeenschap: „u komt de belofte toe", dat is nog maar een algemeene zegswijze; het moet straks blijken, of dat woord wel volle waarheid inhield voor dezen gedoopte!

Maar wie zich gehoorzaam de situatie op den Pinksterdag indenkt, die moet wel terughuiveren voor deze opvatting. Immers, Petrus richt zich in zijn toespraak uitdrukkelijk tot de Joden te Jeruzalem. Wel zegt hij in vs 14: „gij Joodsche mannen en gij allen die te Jeruzalem woont", maar terecht teekent' Grosheide daarbij aan: „van heidenen, al zullen die zich in dezen tijd wel te Jeruzalem hebben bevonden, is in dit verband geen sprake, vgl. vs 22, 29, 39". Tot deze Joden nu richt Petrus de scherpe beschuldiging, dat zij den Zaligmaker hebben gedood. De toespraak grijpt hen aan; ze worden „verslagen in het hart", en vragen bevend: wat moeten wij nu doen? En dan komt het evangelie voor deze Christusmoordenaars: bekeert u, en ieder van u late zich doopen, en dan zult ook gij den Heiligen Geest ontvangen — want ü komt de belofte toe!

Het is duidelijk, dat dit de laatste g r^o n d is, waarop Petrus zoo vrijmoedig , , een ieder" van die aanwezige Joden roept tot de verzoening en vernieuwing van Christus' gemeenschap. De belofte van den H. Geest, zooais die in Joel 3 is gegeven, maakt deel uit van het geheel der beloften („de" belofte), die God eertijds aan Israël heeft toegezegd. Daaraan ontleent Petrus zijn aandrang om tot Christus te komen. Maar als het waar is, wat de synodale theorie ons wijsmaken wil, dan zou Petrus die verslagen menschen daar vóór hem gruwelijk hebben misleid. Hij zou ieder van hen hebben opgewekt om met diep berouw over zijn zonde, maar toch ook met dankbare vrijmoedigheid, tot Christus te' komen op grond van de hem toekomende heilsbelofte — terwijl er dan naderhand een dispuut behoorde te worden gehouden, óf die belofte wel waarlijk voor ieder van hen bedoeld was geweest! Voelt men dan niet, dat daarmee aan Gods openbaring gruwelijk onrecht wordt aangedaan? dat men van Hem een God maakt, die (naar de teekenende uitdrukking bijv. van ds Vonk) „een slag om den arm houdt"? Het is dezelfde miserabele gedachtengang dien wij tegenkomen in de Vervangingsformule: „bouwen op de belofte", maar ondertusschen die belofte disputabel stellen...

Ja maar — zoo hoor ik iemand alj zeggen — verliest u nu niet teveel uit het oog, dat uw tegenstan­ ders Iiun argument ontleenen aan de Schrift, b.v. aan Rom. 9? Inderdaad, men beroept zich daar op; en wij zullen daar volle aandacht aan geven. Het gaat er hier niet om, dat wij bang zijn om Schrift met Schrift te vergelijken (integendeel!); maar om de vraag, of de vergelijking wel zuiver getrokken wordt, of hier geen vooroordeelen van een verdorven menschelijke logica in 't spel zijn.

In ieder geval moet ieder toegeven, dat onbevangen lezing van den tekst in Hand. 2 ons leidt tot de conclusie, dat de belofte bestemd is voor alle toenmaals aanwezige Israëlieten en hun kinderen. Zelfs dr Grosheide geeft dat bij den tekst als volgt weer: , , De belofte is voor hen, voor allen, die daar staan. De Joden meenden wel, dat de belofte van hen was maar zij kenden niet den zegen van het feit, dat de belofte voor hen was, hun troost bracht en vreugde; zij zagen de belofte niet goed". Het blijft onbegrijpelijk, dat iemand, die dit schrijven kon, zoo vihnig heeft meegeholpen aan de vervolging van gereformeerde medebroeders, die het precies zoo volhielden als hijzelf het in den hiervóór geciteerden zin had gezegd!

Trouwens, het moet ons niet ontgaan, dat de exegese, die het „u komt de belofte toe'" feitelijk alleen op de uitverkorenen laat zien, ' met kracht is naar voren gebracht. door de Wederdoopers. Calvijn heeft zich er sterk tegen verzet. Bij Hand. 2 : 39 schrijft hij: , Deze plaats weerlegt afdoende de Wederdoopers, welke de kleine kinderen, geboren uit geloovige ouders, van den doop weren, alsof ze geen leden der kerk waren. Ze trachten er zich uit te redden door een allegorische opvatting en verklaren „kinderen" als , , die geestelijk geboren zijn". Maar zij vorderen niets met zoo groote onbeschaamdheid". Een dergelijke opmerking maakt Calvijn opnieuw bij Hand. 3 : 25. En datzelfde verzet tegen de doopersche theorie is ook bekend uit zijn Institutie en zijn polemiek tegen Servet. Natuurlijk zou nu achteraf kunnen blijken, dat die exegese der Wederdoopers juist was. Maar de oude strijd, die er al over gevoerd is, moet ons dubbel voorzichtig maken.

L. DOEKES.

UIT AMERIKA, XIII.

Pella

Juist in den tijd, dat we in deze stad en op dezen historischen bodem aankomen, maakt Pella zich op om de tulpfeesten te gaan vieren. En dit jaar kan het een zeer grootsch feest zijn, want het is honderd jaar geleden, dat dr Hendrik Pieter Scholte met zijn achthonderd zielen hier aankwam en het kleine bordje aan een reus uit deze oerwouden timmerde met het woord „Pella" er op geschreven.

We maken de tulpfeesten zelf niet mee, vóór dien hopen we weer op een andere plaats te zijn. En, eerlijk gezegd, naar wat we van de voorbereidingen zien, gevoel ik er geen behoefte aan ook. Het wordt een dollar-kwestie, meer niet.

Alles wordt in het werjc gesteld om Amerika naar Pella te trekken, niet om het feit van Scholte's komst te herdenken, maar om dollars naar deze kleine gemeente te halen. En Nederland moet daarbij het gelag betalen. Duizend paren klompen zijn gearriveerd — volgens sommigen zelfs uit Nederland afkomstig — maar het lijkt me wel een beetje al te gek, als ik er aan denk, dat in Nederland zèlf de klompen nog maEir schaars op de bon te verkrijgen zijn! ^ er worden z.g. oud-hollandsche costumes gemaakt, van een model zooais men ze in Nederland zelf nooit zag, en er zal druk aan straatschrobben gedaan worden.

Blijkbaar heeft men hiervoor nog geen deelnemers genoeg, want er staan groote advertenties in de plaatselijke bladen, waarbij oproeping gedaan wordt voor dit, eveneens , , z.g." hollandsche werk. En straks denkt Amerika weer opnieuw, dat men zich Nederland heeft voor te stellen: loopende en dansende — er zal héél veel gedanst worden ditmaal —op klompen, een groote bezem in de handen en straatschrobbende. Verder ontbreken natuurlijk de molens niet en evenmin de tulpen.

Zoo viert Pella haar honderdjarig bestaan.

Wat is er van Scholte's geestelijke erfenis in Pella over gebleven? We hebben het voorrecht gehad in gezelschap van ds Vermeer, den predikant in de Prot. Ref. Church van Pella, een bezoek te kunnen brengen aan het huis, waarin ds Scholte heeft gewoond. Een achterkleinkind van dezen merkwaardigen man leidde ons er in rond, vertelde ons zeer interessante wetenswaardigheden van het gezinsleven van Scholte en liet ons vele curiositeiten zien, die een antiquair zouden doen watertanten.

Maar is er in Pella nog iets anders te zien of te hooren, dat heenwijst naar den oorsprong van deze plaats ?

Ik heb er niet veel van kunnen ontdekken.

Wat er van de Ref. Church overbleef is vrijwel modern. In de Hoogeschool, die deze kerkengroep in Pella heeft, worden moderne beginselen verkondigd en wat me bizonder trof was het bijna ongelooflijke feit, dat er van heel Pella en zes mijlen in de omgeving maar 110 kinderen de christelijke school bezoeken. Toen ds Vermeer mij dit schooltje aanwees, vroeg ik — niet beter wetend — waar de andere christelijke scholen stonden. „Dit is onze eenige", moest hij antwoorden. Een oniiegrijpelijk feit is het, dat zelfs de

Chr. Ref. Church van Pella zoo bitter slecht meewerkt aan het christelijke onderwijs. De First Chr. Ref. Church in deze gemeente, tellende 250 huisgezinnen heeft slechts in totaal 42 kinderen op de christelijke school, de rest gaat naar de openbare school. En de tweede Chr. Ref. Church, tellende 145 gezinnen heeft slechts 34 kinderen op de christelijke school. Van de Prot. Ref. Church gaan gelukkig de volle 100 procent naar de Chr. School.

Men zou er nog iets van kunnen begrijpen wanneer de openbare school in Pella nog den Bijbel bezat en er gebeden werd, ofschoon ook dat geen verontschuldiging zou zijn. Maar een feit is het, dat de openbare scholen in Amerika, en ook in Pella geheel in handen zijn van de evolutionisten en materialisten, zoodat het zaad des Verbonds in deze omgeving het ongeloof dagelijks met den paplepel ingegoten wordt. En alle strijd hiertegen schijnt een ploegen op rotsen te zijn.

Dat is wat er van de geestelijke erfenis van Scholte overbleef.

Het is wel zeer ontnuchterend voor wie uit Nederland deze omgeving bezoekend, het gevoel met zich meedraagt een soort , , bede vaart" te ondernemen.

Het meest werd ik, bij dit alles, dan ook getroffen, toen ik in het nog nieuwe postkantoor in Pella een niet onverdienstelijke' wandschildering ontdekte, een triptiek, waarop links staat afgebeeld hoe Scholte op de publieke straat van een hoUandsch stadje wordt gevangen genomen door de dragonders van Z.M. Koning Willem II, in het middenvak: de voorplecht van het zeeschip, waarmee Scholte naar Amerika kwam, hij in biddende houding en de eenvoudige boeren en boerinnen van Gelderland, Zuid-Holland en Brabant geknield om hem heen; terwijl rechts Scholte in het pas gestichtte Pella, de jeugd zegent op straat, met op den achtergrond zijn nog nieuwe kerk. Deze schilder heeft althans iets begrepen van de stichting van Pella, meer dan de klompen-dansende, straat-schrobbende opgroeiende jeugd nu honderd jaar later, die haar , .opvoeding" verkreeg aan puur amerikaansche, d.w.z. humanistisch-evolutionistische instituten.

Een merkwaardigheid, die ik hier niet onvermeld mag laten — zij kan misschien nog bruikbaar zijn voor hen, die in Nederland bezig zijn een revisie van het proces tegen de mannen der Afscheiding in elkaar te zetten — is, wat ik las in een gedenkboek over Pella, in 1922 uitgegeven. Daarin staat te lezen: „When Pella had become a prosperous community, Rev. Cohen Stuart, one of the learned men of Holland, came bearing the greetings of the king and his acknowledgement that these people had been maltreated in their own country under his predecessors". (Toen Pella een welvarende plaats geworden was, bracht Ds Cohen Stuart, een der nederlandse geleerden, de groeten over van den Koning en verzekerde dat het feit, dat dit volk in hun eigen land onjuist was behandeld geworden onder diens voorgangers, Z.M. niet onbekend was.)

Dergelijke officieele stukken mogen den weg naar bovenbedoelde revisie helpen effenen! Intusschen: soortgelijke kerkelijke revisies zijn al lang niet nieuw meer. Ik herinner mij, hoe reeds jaren geleden er in orthodox-joodschen kring in Europa stemmen zijn opgegaan om het vpnnis van het Sanhedrin tegen Christus in revisie te nemen. En wie weet, welke revisies er over honderd jaar — als de wereld dan nog bestaat — zullen worden ondernomen tegen hiërarchische allures van zekere denominatie in onzen tijd!

Het bouwen van profeten-graven is niets nieuws. Maar Christus zegt, dat in het veroordeelen der vaderen, men belijdt kinderen dezer vaderen te zijn.

v. S.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 12 juli 1947

De Reformatie | 12 Pagina's

U EN UW ZAAD.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 12 juli 1947

De Reformatie | 12 Pagina's