GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

ERNST EN LACH

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

ERNST EN LACH

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

„de overheden en de machten uitgetogen hebbende, heeft Hij (God) die in het openbaar tentoongesteld, en heeft door het kruis over hen getriumfeerd". Coloss. 2 : 15.

Veel menschen lachen om den duivel — zonder hem ernstig te nemen. H ij lacht om h è n, en h ij is van deze lachers de laatste.

Andere menschen nemen den duivel o zoo ernstig, ze vinden hem vreeseUjk gewichtig, doen over hun strijd tegen hem o zoo interessant. Lachen om den Satan? Ze zullen er nooit aan denken, hoe ongeestelijk dunkt hun zooiets. —• Maar de Satan wederom van zijn kant, hij lacht ook om deze dwazen en onder dien hoonlach als instrument van een beleedigden "God zullen zij eens ontwaken.

Een beleedigde God? Kan Hij beleedigd zijn, indien ge weigert den Satan uit te lachen? Ja gewis, want wie weigert/ om Satan te lachen, isoleert zich van God en weigjert Zijn beeld te dragen, even goed als hij, die wel den lach, maar niet den ernst hem gunt. Gods beeld vertoonen, Zijn medewerker zijn, als kind met Hem spelen en met Hem zich verlustigen, dat beteekent: mèt Hem lachen en mèt Hem ernstig zijn. Want het een kan niet zijn zonder het ander. Ge zult niet scheiden wat God heeft samengevoegd.

Dat laaitste gevaar bedreigde de Colossenzen. De leer die hen kwam verleiden (vergelijk onze overdenking van de vorige week) probeerde hun onder meer wijs te maken, dat eèn geestelijk menschenkind een diep ernstig gezicht moet zetten en een heel zorgeiijken, smachtenden blik aankweeken, wanneer het ging over de „overheden en machten". Nu waren dez3 bhjkbaar niet per se en zonder meer duivelen, tégen God door een historischen zondeval overstaande geesten. De gedachtensfeer, waarin deze leer zich kon ontplooien en die ze hielp vormen, kenmerkte zich nu niet bepaald door een zoo danig markant onderscheid van „engelen" en „duivelen"; de latere gnostiek, waarvan hier voorloopers zich • doen. gelden, bewijst dat we! duidelijker. Ze deden daar dan - ook aan „engel vereering". Ze keken gewichtig op tegen die „m.achten", daardoor was contact mogelijk met die hoogere hemelwereld, die een mensch „zoeken" moet. Maar aan die machten was ook wel wat griezeligs. Er waren er blijkbaar ook, die die macht over een mensch uitoefenden op een minder hoopvolle manier, die den mensch aan de stof gekluisterd deden zijn; leerden de kinderen van deze vaderen in later tijd niet dat een „laagste" geest zich'met de „stof", o foei toch, verbonden had en zoo de wereld had geschapen?

En v/el is het hier nog niet zoover, dat men deze theorieën in Colosse kon aantreffen, maar de kiemen werden gezaaid. En gelijk het ach zoo interessant werd om de , engelfen" te vereeren, zoo dierbaar werd het ook on-, voor dat ander so'-.i't overheden en machten te griezelen en te beven — ze hadden toch maar zoo'n kracht over, een aan het vleesch gebonden menschenziel eri wee dus die ziel, wanneer ze niet naar het , , hoogere" zich weet op te worstelen. En dan ziet ge ze, striemend het „vleesch", „kastijdend" het lichaam. Ernst, ernst, ernst.

Maar nu God. Hij, zegt Paulus, lacht om die overheden en machten. En meer dan dat. God vraagt, dat gij met Hem mee ze uitlacht. Wie dat niet doet, heeft God niet gezien. Want wie uit Hem geboren is, lacht waar Hij reden geeft tot spot. En dat deed Hij overvloedig. Want Hij; de Vader van Jezus Christus, heeft die machthebbers uitgetogen, ontmaskerd, ontwapend, ja meer, ze ia het openbaar tentoongesteld, ze publiek aan de kaak gesteld, ze gemaakt tot een algemeen voorwerp van belachüig. „Ze", te weten die vroegere engelen. Hem ontrouw geworden, miet in graad of rang van andere, betere, verschillend, maar door revolutie rechtstreeks tegenover de andere staande. Belachelijk heeft Hij hen gemaakt. Intmers, in het uur, waarin zij alles schenen te winnen, moesten zij alles radicaal verliezen. Zij ontrukten God eerst een deel van Zijn hemelsche legerschaar, toen Zijn menschheid, en nu den eigen Zoon, die aan het kruis een prooi van zijn overweldigers, van zijn satans, scheen te zijn geworden. Doch juist in dat preciese oogenblik verloren zij alles en kreeg God 22ja bezit door volbrachte borgtocht terug. Want wel kregen ze Hem als prooi, maar louter omdat HIJ Hem aan hen overgaf tot betaling aan Zijn recht. Dus gaf Hij Hem aan zichzelf. Hij schonk in dat uur door de hel heen zichzelf den prijs.

En zoo werd het lach.

Maar zoo ook werd duidelijk, dat die lach opbloeide uit den ernst.

Want er is niemand, die om dezen dwaas luider gelachen heeft dan de Almachtige God.

Maar niemand ook is er, die dezen tegenstander meer ernstig ooit genomen heeft dan deze zelfde Schepper des hemels en der aarde.

Want toen Hij triomfeerde in dat uur, deed Hij het door het kruis. Dat is, vrij vertaald: Hij lachte, dóór den ernst. Want het kruis wil zeggen: Gtod had tot dat eigen oogenblik den Satan altijd hoogst ernstig genomen. Als Satan in den hemel kwam met een aanklacht tegen een der geloovigen, dan kon hij wijzen op Gods eigen wet en Hem herinneren aan de conclusie sterven zal hij, prooi zijn der hel. En God kon daar niets tegen in brengen, want Hij kan zichzelf niet verloochenen, en Hij is wel barmhartig, maar Hij is ook rechtvaardig. Dan luisterde Hij heel precies. Maar dan perste ook alles in Hem naar het uur, waarop de Zoon in een volmaakt wettigen betalingsweg heel dat wettige bewijs van aanklacht vernietigen zou. En zie, roemt Paulus, dat is mi gebeurd (vers 14). Toen Christus aan het kruis genageld werd, werd in Hem daaraan gespijkerd het handschrift der wet, dat met zijn eeuwig aanklagende inzettingen, waarop de hellevorst zich steeds beroepen kon, tegen ons was, ten doode. Zoo was het, want God neemt den satan ernstig, omdat Hij zijn eigen wet ernstig neemt, ook al is het de vijand die er Hem op wijzen komt. Doch nu is dat weggedaan. Het bestaat niet meer. Nu staat daar geschreven: voldaan. En nu dus is de , , verklager der broederen" geworpen uit den hemel om daar nooit meer met goed fatsoen en schijn-van-rechtook-maar zich te kunnen vertoonen. Tot nog toe was die eigen wet van God zijn legitiem toegangsbewijs. Maar nu is die wet als aanklachtmateriaal weggespijkerd. En wel is nu die verklager geworpen op de aarde, en ontketent hij daar tegen de achterblijvende geloovigen grooten toom; en wee hem die dat niet ernstig neemt — hij is zóó weg (Efeze 6) —, maar wee óók hem die nevens en door dien ernst niet om hem lachen leert, lachen met zijn God, want ook hij die niet lachen kan, is zóó weg.

En daarom, o mensch, scheid niet wat God heeft samengevoegd. Paulus zelf heeft het verstaan, hij kende den strijd tot bloedens toe tegen die geestelijke boosheden in de lucht. Maar zijn strijd was geestelijk, en dus ook vroolijk, hij kon lachen mèt den hemel. Zoo heeft het Luther gekend, die grappen kon maken over den duivel, maar grappen die vertolkten den grimmigen ernst, waarmee hij hèm onderkende die het reformatiewerk wilde verstoren, en daarom den reformator wikkelde in het sluwste verleidingsspel.

Een kerk, die in de laatste dagen leeft, gaat ten onder, als ze het een loslaat voor het ander, of de orde omkeert, waarin God u vreezen en juichen, strijden en spotten, lijden en lachen doet.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 30 april 1949

De Reformatie | 8 Pagina's

ERNST EN LACH

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 30 april 1949

De Reformatie | 8 Pagina's