Revue 1997 - pagina 9

6:ima

«f

'iOi

fc^

die mee mag doen. De hoogleraar deelt die zorg met een ex-VU-collega, minister Zalm van Financiën, die S^m onlangs het eerste exemplaar van Bakkers boek in ontvangst nam. "We moeten bij de keuze van de landen heel streng zijn", zegt Bakker in ^Oim navolging van de minister. "We hebben nu al een hele tijd een heel harde gulden. Die zullen we moeten verdedigen. De economische resultaten zijn hier vrij goed. Dat zetten we 20 natuurlijk niet zomaar overboord. We willen alleen een euro als die even stabiel is als de gulden. Daarom moeten we het verstandshuwelijk alleen aangaan met landen die eenzelfde soort beleid kennen, die eenzelfde cultuur hebben, gericht op stabiliteit. We willen de hele mara100 thon lopen. Daarom willen we die landen die hebben laten zien dat ze alleen de eindspurt aankunnen, niet meehebben. Als je eenmaal in de euro zit, kun je er niet meer uit. Je moetje er daarom van verzekeren dat alleen die landen meedoen die er blijk van hebben gegeven de waarde van hun munt te kunnen bewaken over een langere tijd. Van landen die 500 nu veel last-minute-pogingen doen erbij te horen, zoals Italië en Spanje, moet je je afvragen of we ze niet wat langer de tijd moeten geven om zich te bewijzen." Een land als Engeland is ook een probleem, erkent Bakker. Niet zozeer vanwege de economie, daarmee gaat het vrij goed, maar wel gezien de politieke gevoeligheid van het onderwerp Europa. "Als de Britten de criteria om mee te mogen doen al halen, begint de tijd inmiddels wel te dringen. Er moeten, willen ze meedoen, nog heel wat wetten gemaakt worden door de regering daar. En die zie ik momenteel niet zo een-twee-drie door het parlement heenkomen." Dat zou

vrije

Universiteit

amsterdam

voor Nederland jammer zijn, want CrootBrittannië is na Duitsland en België wel de derde handelspartner, met name vanwege Nederlands-Engelse bedrijven als Shell en Unilever. "Er is ook een praktische reden voor de Britse huiver", gaat Bakker door. "Ze zijn bang dat Londen z'n positie als financieel centrum verliest." Bakker ziet dat echter niet zo snel gebeuren. "De aanval vanuit Frankfurt zal er zeker zijn, maar het is juist de bedoeling dat iedereen beter wordt van de euro. De dollars die de wereld nu leent, zullen in de toekomst mogelijk veranderen in euro's. De Europese kapitaalmarkt an sich wordt groter, dus waarschijnlijk hoeft Londen niet zo bang te zijn." Nederland is volgens Bakker 'heel goed geprepareerd' voor de sprong in het duister die de overgang naar de euro nog steeds is. Misschien wel het best van alle potentiële deelnemers. Met gemak somt Bakker de Nederlandse eigenschappen op die de invoer van de euro moeten vergemakkelijken. "We voeren al lang een beleid dat is gericht op een stabiele munt, we hebben een heel open economie en het is bij ons ook geen discussiepunt dat de waarde van de gulden gekoppeld is aan die van de mark. Dat is al jaren zo. Bovendien is voor ons Nederlanders de geestelijke sprong misschien wel het kleinst. Ik bagatelliseer de vragen en de zorgen niet die onder de bevolking leven, maar het project geniet in Nederland toch wel een zekere populariteit. Uit een enquête van het Nipo blijkt dat zeventig procent van de burgers en tachtig procent van de bedrijven 'ja' antwoordt op de vraag of ze de gulden voor de euro willen inruilen. Dat zegt toch wel iets over hoe wij in het Europese ideaal geloven." Prof.dr. Age F.P. Bakker: Met gelijke munt van gulden naar euro, de gevolgen voor particulieren, banken en bedrijven. Uitgeverij Contact, Amsterdam 1996, f 35,90. ISBN 90 254 0950 4.

De Prof

7

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen