GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Revue 1998 - pagina 29

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Revue 1998 - pagina 29

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een priester aan de VU Tot priester gewijd vertrol< Willem Frijhoff in 1966 op kosten van de RK Kerk voor verdere studie naar Parijs, waar hij echter zou ontdekken niet geschikt te zijn voor het priesterschap, in plaats daarvan vatte hij een passie op voor de cultuurgeschiedenis. Na dertien jaar hoogleraarschap in Rotterdam, is hij prof.dr. A.Th. Van Deursen opgevolgd als hoogleraar Nieuwe tijd (1500-1870). Als jongen raakte Willem Frijhoff gefascineerd door het 'lachende' katholieke geloof, dat in het gezin Frijhoff werd gepraktiseerd en koos voor een studie filosofie en theologie op een rooms-katholiek seminarie. Hij studeerde af in de theologie. Toen hij in 1 966 tot priester werd gewijd, raadde de

toenmalige kardinaal Alfrink hem aan om verder te studeren. Frijhoff was geboeid door de integrale geschiedschrijving van de /\/i/ifl/es-school en besloot in Frankrijk geschiedenis te gaan studeren. Met een beurs van het bisdom op zak, schreef de geestelijke zich in aan de Sorbonne in Parijs en vond een kamer in een internationaal studentenhuis dat hoorde bij een klooster. "Daar heerste een streng regime van acht uur binnen en geen vrouwelijk bezoek", herinnert Frijhoff zich. "Al gauw richtte ik met nog twee Nederlanders een comité op om die regels te veranderen, nog vóór de opstand van mei '68, maar dat mocht niet baten. Na drie jaar werden we eruit gegooid." Ook op andere vlakken ontdekte hij dat hij niet geschapen was

Prof.dr. W.Th.M. Frijlnoff

vrije Universiteit

amsterdam

voor het religieuze leven: "Omdat de studenten elkaar 's avonds na de werkcolleges altijd naar huis begeleidden, ontdekten ze al gauw dat ik priester was. Nederland had een tolerante reputatie in die tijd, dus gingen ze hun hart bij mij uitstorten in de hoop mijn goedkeuring te krijgen voor gedrag dat door Franse geestelijken werd afgekeurd. Maar het sprak me niet aan om als een soort biechtvader op te treden." In de zomermaanden, als hij geen beurs kreeg, verving hij op het Franse platteland een pastoor om in zijn onderhoud te kunnen voorzien, maar ook daarin vond hij geen voldoening. "Ik at iedere middag bij een ander gezin en vertelde als tegenprestatie over Nederland. Dat was wel leuk, maar het voorgaan in de mis vond ik absoluut niet interessant." Het geloof van de Fransen was in die tijd heel ritueel, zonder enige diepgang. Niet iets wat Frijhoff zich bij religie had voorgesteld. Ook in zijn studie verdween de religie steeds meer uit beeld en werd hij steeds meer gegrepen door historisch onderzoek. Hij kwam op het spoor van de cultuurgeschiedenis. Toen hij wilde gaan trouwen, verzocht hij het Vaticaan om hem zijn priesterschap te ontnemen, maar zijn aanvraag werd geweigerd, zodat hij formeel nog steeds priester is. Na elf jaar keerde hij terug naar Nederland om in Tilburg te promoveren. Daar doceerde hij vervolgens twee jaar sociale geschiedenis. In 1983 vertrok hij naar Rotterdam om daar de nieuwe leerstoel Geschiedenis van culture- I

De faculteiten

27

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1998

Revue | 104 Pagina's

Revue 1998 - pagina 29

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1998

Revue | 104 Pagina's