Revue 2001 - pagina 29

neerd en het is daarom zeker nuttig om op dat gebied een cursus te volgen." Ze loopt nu stage op de afdeling Voorlichting van het Academisch Ziekenhuis Leiden, waar oud-cursist Evert Pronk een scepter zwaait. Landelijk De cursussen in Nijmegen en aan de Vrije Universiteit zijn niet uniek. Een recent onderzoek van de stichting WeTeN (zie: www.weten.nl onder de rubriek Publicaties) laat zien dat er aan bijna alle universiteiten schrijf- en andere communicatiecursussen worden aangeboden. In totaal zijn er 21 (naast deeltijdopleidingen in Groningen en Rotterdam). Op veel cursussen is het aantal biologiestudenten opvallend groot. Ook internationaal is dat een trend: op het congres Public communication on Science and Technology dat

10001001011011101010 10101010101011111101 01001110100100101011 00010010110111010101 01010101010111111010 10011101001001010110 00100101101110101010 10101010101111110101 00111010010010101100 01001011011101010101 01010101011111101010 01110100100101010100

onlangs in Berlijn werd gehouden, meldden sprekers uit zowel de VS als uit Duitsland en Australië verontrust dat het aantal biologen onder de cursisten erg hoog werd. Dat zou kunnen leiden tot eenzijdigheid in de wetenschapsjournalistiek. Men verklaarde die "onevenwichtige interesse" door het grote aanbod aan biologiestudenten, maar ook door de maatschappelijke relevantie van biologische onderwerpen. Waarom heeft Nederland zoveel verschillende cursussen? Erik van Goor, oud-cursist en nu senior projectleider Communicatie bij de stichting WeTeN:" Het is vooral een kwestie van vraag en aanbod. Van oudsher is er veel publieke belangstelling voor natuurwetenschappelijk en medisch onderzoek. Dat prikkelt onderzoekers en studenten om op dit terrein zelf actief te zijn en zich te bekwamen in de wetenschapsjournalistiek en de voorlichting. Het ruime cursusaanbod aan bètafaculteiten speelt niet alleen hierop in, maar heeft ook een stimulerend effect. Doordat dergelijke cursussen beschikbaar zijn en in de curricula worden opgenomen, zullen steeds meer onderzoekers en studenten zich in de wetenschapscommunicatie gaan verdiepen."

Afstudeervariant In het spoor van de strijd om het vijfde jaar voor de bètaopleidingen is het plan ontstaan voor een

vrije Universiteit

amsterdam

meer gedifferentieerde opleiding. Naast de klassieke onderzoekersopleiding moeten er volgens OCWminister Loek Hermans ook afstudeervarianten komen die meer gericht zijn op beleid en bestuur (de gamma- of M-varant) en een die vooral gericht is op Communicatie en Educatie (de zogenaamde CE-variant). Aan diverse universiteiten wordt op dit moment hard gewerkt aan het invullen van die varianten. Met name de CE-variant (inclusief de lerarenopleiding) krijgt veel aandacht. Onderwijsdirecteur Anneke Wagner (VU biologie) daarover: "In wat voor richting een student zich ook specialiseert, of dat nu het onderzoek is of een maatschappijgericht profiel, altijd zal het essentieel zijn om op adequate wijze te kunnen communiceren met andere onderzoekers, beleidsmakers en diverse instanties. De faculteit Biologie van de VU besteedt dan ook van oudsher veel aandacht aan communicatieve vaardigheden. In "Algemene Vaardigheden", een verplichte cursus aan het begin van de differentiatiefase, oefenen studenten daarin. In het vervolg van de opleiding wordt hier steeds op teruggegrepen en bestaat de mogelijkheid tot het volgen van meer cursussen op dit gebied, onder andere de cursus Wetenschapsjournalistiek. Bij de ontwikkeling van de nieuwe curricula voor de vijfjarige opleiding gaan wij op deze weg verder."

De faculteiten

27

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen