GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Revue 2002 - pagina 71

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Revue 2002 - pagina 71

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hij kan er zogeheten 'narratieve analyse' op loslaten: nagaan wat die mensen zeggen, uit welk milieu ze komen en in wat voor situatie ze zaten toen het wonder gebeurde. "Tot nu toe valt op dat er meer vrouwen schrijven dan mannen", zegt Stoffels. "En vaak zitten mensen in een crisissituatie als ze een wonder meemaken. Ze zijn ziek, of er is iemand overleden bijvoorbeeld." In een van de brieven aan Stoffels vertelt een man van een jaar of dertig over de periode dat hij met een ernstige hartkwaal in het ziekenhuis lag. Hij was erg bang voor de toekomst, wist niet of hij het zou redden. Op een dag voelde hij opeens de aanwezigheid van een andere persoon in de ziekenhuiskamer, maar er was niemand te zien. Toch wist hij dat er iemand was, en het maakte hem helemaal rustig. De angst was weg. Meer dan in huilende Mariabeeldjes, is Stoffels geïnteresseerd in dit type wonderen. Mensen die opeens iets voelen, door iets gerustgesteld worden. Zoiets komt vrij vaak voor, weet Stoffels, en hij wil uitzoeken welke betekenis zo'n gebeurtenis heeft voor mensen, wat het met ze doet. Intrigerend "Als mensen iets als waar definiëren, dan is het ook waar in zijn gevolgen. Dat is een sociologische hoofdregel die je bijvoorbeeld terugziet in de Middeleeuwse heksenjacht. Mensen geloofden dat heksen bestonden, en de gevolgen waren ernaar. Die 'waarheid' heeft immers vele vrouwen het leven gekost." Stoffels denkt dat de stelling ook opgaat voor het meemaken van wonderen. "Sceptici maken niet snel een wonder mee. Zij leggen wonderlijke gebeurtenissen uit als toeval of zinsbegoocheling." Dat Stoffels vooral brieven krijgt van vrouwen kan betekenen dat zij meer open staan voor wonderen, maar ook dat zij gemakkelij-

ker in de pen klimmen. Om dit probleem op te lossen wil Stoffels enquêtes gaan houden onder de Nederlandse bevolking. Naast de brieven met opvallende verhalen krijgt hij dan inzicht in hoe het er gemiddeld voor staat met de wonderbeleving in Nederland. Maar voorlopig kan Stoffels nog wel even voort met het bronnenmateriaal dat hij nu heeft. "Behalve verhalen over wonderen die ze zelf hebben meegemaakt, hebben mensen me zó ongelofelijk veel adviezen gegeven. Ze wezen me op clubs die zich met wonderen bezighouden, op literatuur... Ik ben nog wel even bezig met achterhalen wie en wat daar allemaal achter zit!" Toen Stoffels hoogleraar Sociologie van kerk en godsdienst bij de Faculteit der Godgeleerdheid werd, mocht hij binnen die leerstoel zelf zijn onderzoeksveld kiezen. Wondergeloof interesseerde Stoffels al lang: "In 1990 promoveerde ik op een proefschrift over de Evangelische beweging in Nederland. Wonderen en tekens zijn daarin belangrijk. Het onderwerp was toen een zijspoor, maar het bleef intrigerend. Toen ik ging nadenken waarnaar ik onderzoek wilde doen, hingen de wonderen als het ware in de lucht. Zo bezocht Stoffels bijvoorbeeld vorig jaar een bijeenkomst van de evangelist en gebedsgenezer Rodney Howard Browne, en ex-topman van Economische Zaken, Frans Rutten, verwachtte op 1 1 april een wónderteken aan de hemel in Noord-Spanje." Zo kwam Stoffels op zijn onderwerp. Maar wat denkt hij nu eigenlijk zelf van die op de grond kronkelende mensen tijdens gebedsdiensten? "Ik heb me afgevraagd of ze nu een toneelstukje spelen of niet. Waarom storten ze zich er zo in? Volgens mij is het wel echt, in elk geval voor zover zij zelf weten. Ik denk dat lichaam en geest meer met elkaar communiceren dan men lang heeft aangenomen." Rianne Lindhout

vrije Universiteit

amsterdam

De hoogleraar

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2002

Revue | 112 Pagina's

Revue 2002 - pagina 71

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2002

Revue | 112 Pagina's