GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Studentenalmanak 1899 - pagina 124

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Studentenalmanak 1899 - pagina 124

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

122

flitsende genie doet ons sidderen van ontroering, de mensch,

't beeld Gods in Rembrandt, is hier 't goddelijke aan 't naderen.

Uit 't gelaat dier oude spreekt een gansche levenshistorie.

In één centrum, 't geruïneerd gelaat, ligt een wereld van

leven, van lieven, van lijden opgesloten.

Die oude, ze zou in realiteit wellicht onzen weerzin wekken,

want waarlijk we zien liever een slanke maagd als een

teedere roze voor onze oogen opbloeien dan een oude vrouw

als een ruïne ter aarde overbuigen.

En toch, de kunstenaar gevoelt zich meer aangetrokken

tot de ruïne, dan tot het gave gebouw, meer tot den grijzen

knoestigen eik dan, tot den slanken, gladden populier, meer

tot 't oude, ellendige vrouwtje in opgeflikte plunje gehuld,

dan tot de hooggegorde jonkvrouw.

Meer dan ooit voelen we wat 't zeggen wil: de schilder

heeft 't reéele te idealiseeren.

Aan hem is de verheven arbeid opgedragen — en hier had

Lessing geen oog voor — om de door de zonde verduisterde

Heerlijkheid Gods, die God in Zijne schepselen afgespiegeld

had, wederom op te werken, weer naar voren te doen komen.

En ik heb trachten te verstaan, het diepzinnige woord

van Dr. Abraham Kuyper: „En hij is geen kunstenaar,

die niet eer hij scheppen ging, geschouwd heeft in de god­

delijke glorie."

't Gelaat van deze oude vrouw, die, terwijl zij haar nagels

knipt met stramme, gerimpelde hand, peinst over haar

droef verleden en over de wellicht nog droever toekomst,

voor wie. zoo 't schijnt, 't­ leven immer lijden is geweest,

op wier pad de zon slechts zelden haar stralen spelen liet —

't verwoeste gelaat, zeg ik, van deze oude, is aangeraakt

door de hand van den geniale, als 't ware opgestaan uit

de dooden.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1899

Studentenalmanak | 240 Pagina's

Studentenalmanak 1899 - pagina 124

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1899

Studentenalmanak | 240 Pagina's