GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Studentenalmanak 1928 - pagina 129

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Studentenalmanak 1928 - pagina 129

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

EN DE IDEE VAN DEN KULTUURSTAAT 119

voor de „natuurlijke venhintenissen", Zoo is in primitieve

rechtsgemeenschappen de vreemdeling rechteloos, wijl de

rechtsgedachte nog geheel is toegespitst op het primitief

sociaal substraat van de volksgroep, maar nog niet antici-

peerend de zedelijke gedachte van de menschheid omvat

heeft,

In primitieve economische ordeningen is de economische

waar degedachte nog geheel toegespitst op haar substraten:

de onmiddellijke stoffelijke levensbehoeften. Kunst, weten-

schap en liefdadigheid worden nog niet economisch ge-

waardeerd. Eerst op hooger cultuurpcil worden de anti-

cipatiesferen der wetsgedachte ontsloten, openbaart zich

haar „universaliteit in eigen kring". De kimst wordt econo-

misch gewaardeerd, de uitvinder ontvangt economische

belooning, ja zelfs de economische waarde der caritas kan

niet langer worden ontkend. Zoo blijkt dus b,v, de waarde-

leer der klassieke school in de economie geen rekening te

houden met de universaliteit van iedere wetsgedachte.

Nu verder: Waar binnen 't raam der Calvinistische wets-

idce de universaliteit van iedere wetsgedachte slechts is te

vatten in den zin der souvereiniteit in eigen kring, moet

iedere wetsgedachte in een eigen goddelijken, souvereinen

wezenszin zijn gegrond. Die wczenszin is in de rechtsge-

dadhte de vergelding, in de zedelijke wetsgedachte de

liefde, in de aesthetische wetsgedachte het schoone etc, etc.

Maar dan kan ook de universaliteit der rechtsgedachte

niet anders beteekenen dan de zin-voleindiging der godde-

lijke vergel dingsgedachte en zij kan nimmer worden tot

een vage kultuuridee. Zij is op geen enkel punt te relati-

veeren. Wie met het Calvinisme aan de goddelijke vergel-

dingsgedachte in 't strafrecht vasthoudt, kan den absoluten

weizenszin der rechtsgedachte nergens meer verloochenen,

zonder verraad te plegen aan zijn Christelijke belijdenis.

En zie hier ons bolwerk tegen het staatsabsolutisme, de

politische wijsheid van het humanistisch continuïteits-

princiep.

Tegen het continuïteitsprinciep de souvereiniteit in eigen

kring, het is de consequentie van Dr, Kuyper's leuze: Tegen

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1928

Studentenalmanak | 238 Pagina's

Studentenalmanak 1928 - pagina 129

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1928

Studentenalmanak | 238 Pagina's