Studentenalmanak 1940 - pagina 169

POLEMISCH KERSTGEDICHT.

Als ik van goeden wil moest zijn

Om U te zoeken. Kindje k l e i n . . . .

Als ik mijzelf reisvaardig maken

Moest en mijn handwerk willig staken . . . .

Heer, ik bleef thuis! Het is een leugen,

Dat ruige herders zouden deugen,

Gelovig trekken naar hun stal.

Van goeden wil ? Heer, het is mal!

Hoe zouden wijze Oosterlingen,

Tenzij ze uw sterrelicht opvingen,

Ver reizen om het Koningskind

Te vinden, dat hun zinnen bindt?

Van goeden v d l . . . . wees Gij het. Heer.

Dat ik de weg naar Christus leer.

Als eens de herders in Uw kracht

Hun schapen lieten in den nacht!

Want kinderen van het Welbehagen

Slechts wagen het Uw Vree te vragen

En uit Genade om Gena

Te bidden ginds in Ef rata!

Gü, God des Aanziens, red op aarde

De Christenheid van valse waarde

En trek ons door Uw Geest en Woord

Naar schamele stal van Uw geboort.

A. KEYSER.

159

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen