Studentenalmanak 1955 - pagina 28
AART A R N O U T VAN SCHELVEN
10 NOV. 1880 — 19 MEI 1954
Ruim een kwarteeuw lang, van 1918 tot zijn, formeel vrijwillig, ontslag
in 1945, is van Schelven hoogleraar in de geschiedenis geweest aan
de Vrije Universiteit.
De tegenwoordige generatie van studenten heeft hem niet meer gekend.
Trouwens, hoevelen van vroegere generaties zijn hem werkelijk na
gekomen ? Bij alle hoffelijkheid en gemakkelijkheid in de omgang,
die hem eigen waren, bewoog hij zich binnen een cirkel, waarin hij
maar weinigen toeliet. Deze reserve kon de indruk wekken, heeft
ook vaak de indruk gewekt, van hooghartigheid. De laatste was hem
misschien niet geheel vreemd, maar zijn terughouding kwam toch
veeleer daaruit voort, dat deze aristocraat naar de geest tot elke prijs
zijn onafhankelijkheid van oordeel wilde bewaren. Hij stond kritisch
tegenover allerlei, dat ,,men", ook in gereformeerde kring, als vanzelf-
sprekend aanvaardde, en schroomde niet, daarvoor uit te komen.
Dergelijke figuren kunnen licht in een zeker isolement raken, met
alle gevaren van dien. Van Schelven is daar niet aan ontkomen. Hier
ligt mede de verklaring van zijn houding tijdens de bezetting. Ik wil
haar niet verontschuldigen. T e levendig herinner ik mij trouwens
de pijnlijke teleurstelling, ook van degenen die hem hoogachtten, toen
zijn aansluiting bij het Nationaal Front bekend werd. Hier wreekte
zich, dat hij min of meer losgeraakt was van de gemeenschap, waartoe
hij toch krachtens zijn diepste overtuiging behoorde. Daardoor miste
hij een houvast, dat voor anderen van onschatbare betekenis is geweest.
Maar hoe dit ook zij, wie hem kenden hebben geen ogenblik getwijfeld
aan de eerlijkheid van zijn motieven, noch aan de oprechtheid van
zijn vaderlandsliefde en van zijn afkeer van de nationaal-socialistische
knechting van de geest.
Na de bevrijding kwam aan de academische loopbaan van Van Schelven
een voortijdig einde. Over zijn laatste levensjaren heeft dientengevolge
een schaduw gelegen. Niettemin bleef zijn geestkracht ongebroken,
en heeft hij onverpoosd doorgewerkt, voor zover de toenemende
zwakheid van zijn gestel het hem veroorloofde.
Nog in 1951 verscheen, acht jaar na het eerste, het tweede deel van
,,Het Calvinisme gedurende zijn bloeitijd." Dit, helaas onvoltooid
gebleven werk, waarvoor hij vele jaren lang het materiaal verzameld
had, is wel de waardevolste vrucht van zijn arbeid als historicus ge-
weest. Onder de vele studies over het Calvinisme neemt het een
geheel eigen plaats in, doordat het een gedetailleerd beeld geeft, uit
24
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1955
Studentenalmanak | 370 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1955
Studentenalmanak | 370 Pagina's