Studentenalmanak 1964 - pagina 254
nering zonder oorsprong? ledere minuut verwijdert je vérder van het
paradijs. Bij mijn geboorte was ik er het dichtste bij. Toen hij het café
verliet, viel het hem op, dat er overal treurwilgen stonden; vroeger
had hij het nooit gezien, 's Middags begon het te onweren. Hij zag,
hoe een tram met zijn beugels tegen de draden vonkte en begon te
lachen. Een symbolisch povere imitatie, als je de werkelijkheid zo in de
nabijheid ziet. Toen hij vlak bij zijn huis gekomen was, begon het te
regenen. Hij dacht: waarom is zonneschijn prettig en regen onaange-
naam? (De oude angst van het landdier voor het water?) Hij zag de
wegrottende bladeren nu overal. Het water in de slotgracht stonk,
alles rook naar de naderende ondergang. Hij kreeg de indruk, dat het
kasteel hem aankeek, toen hij de brug overreed. Toch was er niemand.
Hij dacht: ik ga mijn avond nuttig besteden dit keer. Hij nam een boek
en zette de radio aan. Nadat hij enige tijd gelezen had, legde hij het boek
weg. Laat die man eens iets nieuws schrijven, dacht hij. Ik verlies mijn
tijd al te bewust. Door de muziek kwam hij in een sombere stemming.
Maar met een zekere voldoening bedacht hij dat hij dit soort muziek
zelf gewild had; het was niet buiten hem om gebeurd. (Dat was alleen
het geval met werkelijk grote dingen, bij gebeurtenissen, niet bij stem-
mingen). Het is niet verwonderlijk dat de mensen elkaar niet begrijpen,
dacht hij. Zij begrijpen zichzelf nog slechts ten dele. Zo schijn ik bijvoor-
beeld een romanticus te zijn. Hij glimlachte, toen hij bedacht, dat de
mensen hem would-be vonden. Zij begrepen niet dat hij al moeite ge-
noeg had zichzelf te zijn. Verder was hij veel te lui om toneel te spelen.
Ik leef alleen maar verder in de hoop dat mijn ideeën fout zullen blijken.
Maar de jaren gaan voorbij en telkens verdwijnt er mèt de tijd een klein
stukje hoop. Op mijn sterfdag zal de hoop voorgoed vervlogen zijn, zal
nooit bestaan hebben. Ik weet zo weinig dingen zeker. Hij wilde geen
lafaard zijn. Geloven in oorlogstijd was laf, maar ook ongeloof wanneer
er vrede is. Ik zou alleen communist kunnen zijn als ik ongelofelijk veel
geld had. Ik verafschuw het egoïsme, in welke vorm ook, dacht hij. Het
aanpassen aan, het gebruik maken van omstandigheden. Wanhopig zoek
ik naar ideeën, hoewel ik eigenlijk nooit nadacht. Af en toe had ik een
paar gedachten, dat is iets anders. Hij wilde niet egoïstisch zijn. Hij had
254
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1964
Studentenalmanak | 358 Pagina's
![Studentenalmanak 1964 - pagina 254](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/studentenalmanak/studentenalmanak-1964/1964/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1964
Studentenalmanak | 358 Pagina's