Studentenalmanak 1964 - pagina 256
het bed en sliep twaalf uur achtereen.
Toen hij wakker werd, stond de radio nog aan. Zodra hij zich ervan
bewust werd, dat er oorlogsnieuws in zijn oor werd geschetterd, draaide
hij hem uit. Hij dacht aan zijn vlucht. Vroeger had hij veel gereisd. Altijd
was hij toen in beweging geweest, nooit bleef hij ergens lang. Dat had
hij gedaan omdat hij niet wilde weten waar hij sterven zou. Maar later
was hij er mee gestopt. De dood zou toch wel komen wanneer en waar
hij het niet wilde.
Ook deze dag moest hij doorbrengen. Hij dacht: de dag is een witte
nacht. Hij wandelde naar het dorp. Onderweg kwam hij Organ tegen.
Hij groette hem. Organ was pacifist. (Vroeger had hij een zoontje ver-
loren, bij tankoefeningen. Het was niemands schuld). Mostar zag dat
de kleine boekhandel vol mensen stond en dacht: zij allen betalen er
wanhopig voor om zichzelf te leren kennen, sommigen, zich te her-
kennen in de boeken. Ik heb dat niet nodig. Ik herken mijzelf in de ogen
van de mensen. Misschien houd ik daarom niet van hen. Mostar wandelde
geruime tijd in de bossen. Voor het eerst sinds jaren had hij weer in-
spiratie. Toen hij thuis was, wist hij alleen dat er inspiratie geweest was,
een gift, te groot voor het geheugen. Hij had er vaker mee te kampen
gehad. Vreselijk was het, als hij zoveel ideeën had, dat hij ze niet op-
schrijven of zelfs maar onthouden kon. Het verdween, zonder dat hij
er iets aan kon doen. Een moment om zelfmoord te plegen. Ook 's nachts
was het hem vroeger overkomen. Haastig had hij aantekeningen gemaakt,
in een opgewonden stemming. De volgende morgen had hij naar het
papier gekeken: er bevond zich onleesbaar schrift op. Zijn schrift, het
schrift van een ander? Hij zette de radio aan. Een orthodoxe stem zei:
„Waarom leef ik?", snel zette hij hem op een ander station. Hij had
zelfs de moed niet te lachen, 's Middags had hij tien minuten van koorts-
achtige inspiratie, hij voelde zich doodmoe. Ik ga een verhaal schrijven,
dacht hij. Maaar eerst ga ik er lang over nadenken, misschien komt dat
het verhaal ten goede. Hij schreef en dacht: zo veel mogelijk zeggen
met zo weinig mogelijk woorden. En ook dat alleen nog maar, omdat
het onmogelijk is alles zónder woorden te zeggen. Toen hij het ge-
schreven had, dacht hij: het is veel beter dan alles van vroeger, maar ver-
256
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1964
Studentenalmanak | 358 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1964
Studentenalmanak | 358 Pagina's