Studentenalmanak 1969 - pagina 106
In de zalen van het kasteel der Vrouwen werden dan dichteressen gekozen
die met de schrijvers der Mannen moesten arbeiden aan een gemeen-
schappelijke Spreekbuis, die de samenwoning van Mannen en Vrouwen
zou verkondigen, want ook de Vrouwen hadden het Boek van de Harts-
tocht niet ongelezen gelaten.
Maar het Donkere Kwaad maakte zich de kunstenaars tot slaaf, zodat
zij het oog richtten naar de landen, waar de zon ondergaat en de hemel
rood van kleur is. De schrijvers schreven boze taal in vuige kleine
lettertjes, die zelfs in het licht van de gulden zon niet leesbaar waren, zij
gingen zelfs zover dat zij de redevoering van de Opperste Regeerder
der Mannen verminkten, zodat zij werd tot logentaal. Aldus had het Kwaad
bewerkt dat de vervaardigers der Annalen lastertongen werden, zodat
de twee volken walging kregen van hun dagelijks bier en brood. Tussen
de zuilen van de woonstede der Mannen en de crypte der Vrouwen ging
een bittere klacht op.
En de regeerders van Mannen en Vouwen kozen nieuwe dichters in wier
harten het Kwaad niet woonde en wier letteren niet bezoedeld waren met
het rood van de horizonten. Hunne namen waren Marlies, Marjorie,
Bertjan, Arie, Jan en Ton, en zij hadden een dienstknecht Franklin, die
de kunst verstond zich onzichtbaar te maken, zodat hij zelfs door het
vorsend oog der regeerders niet gezien werd.
Wederom bloeiden de letteren en Arie wist het penseel zo vaardig te
hanteren, dat beide volken de ogen verduisterd werden door tranen
van ontroering, zodat de Annalen veelal niet gelezen werden.
Dit nu gaf treurigheid in het hart van Bertjan, zijn hand aarzelde en
spoedig legde hij zijn pen neer en werd slechts zelden nog door de andere
dichters gezien. Maar de kunstenaars schreven voort tot een andere boos-
heid de twee volken aangreep.
De Mannen wensten telgen met haar en het volk der Vrouwen had
richters, die zeiden „dat zij de behoefte niet gevoelden" zodat het volk
de Mammon meer ging aanhangen dan de Muze.
De persen van meneer Swado staakten en niet langer verschenen de
Annalen, die toch de Spreekbuis waren van beide volken. De dichters
werkten niet meer en treurden om hun laatste vergeefse kunstwerken.
Maar nog fladderen papieren in de kelders van de woning der Vrouwen
en wanneer er zwaar weer op komst is wordt tussen de zuilen van Lanx de
holle hoest gehoord van rochelende lijders aan Laringitis.
Ton Klijnsmit
104
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1969
Studentenalmanak | 196 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1969
Studentenalmanak | 196 Pagina's