Studentenalmanak 1972-1973 - pagina 50

met wederzijdse beoordeling van onderzoek-programma's en -faculteiten,

en een sterke vergroting van de administratieve moeite nodig om de kleinere

voorzieningen m de eigen instituten te verkrijgen Daar komt dan nog bij

dat de categorie der promovendi -jonge energieke mensen die de essentiële

basis-laag der grotere onderzoekingen, sfeer-bepalend, in de universitaire

mstituten dienen te verrichten - in toenemende mate m het gedrang komt

Meer en meer wordt men hiervoor op Z W O aangewezen Wanneer dit

beeld m grote trekken juist is, dan is het voor ons aan de Vrije Universiteit

zaak ons goed te realiseren dat de plaatsmg van interuniversitaire instituten,

het toevertrouwen van gelden voor kostbare apparatuur, het goedkeuren

van onderzoek-programma's en de toezijzmg van onderzoek-medewerkers,

vanzelfsprekend zal moeten geschieden op grond van de kwantiteit en de

kwaliteit van het onderzoek dat bij ons geschiedt

Daar dit laatste - gezien het bovenstaande - generahserend gesproken thans

waarschijnlijk beneden het gemiddelde ligt, is het voor de toekomst van

onze universiteit als instelling van wetenschappelijk onderwijs van het groot-

ste belang dat aan dit punt heel speciaal aandacht wordt geschonken

Bij dit alles speelt zonder twijfel ook een rol dat het "eigen karakter" van

de universiteit de mogelijkheden voor het aantrekken van werkelijk de beste

docenten en stafleden beperkt Voorts hoeven wij er de ogen niet voor te

sluiten dat herhaalde malen juist uitstekende docenten de Vrije Universi-

teit verlieten omdat zij elders voor hun wetenschappelijk werk grotere mo-

gelijkheden hadden Daarom zal alles op alles gezet moeten worden om dit

werkelijk dreigende probleem op te lossen Meer en meer dient in alle

onderdelen van de universiteit een op "research" gerichte wmd te gaan

waaien, want daaraan zal zij, m n m landelijk verband, uiteindelijk gemeten

worden Om dit te bereiken zullen speciale maatregelen getroffen moeten

worden die een onderzoek-stimulerend effect hebben Hiervoor slechts

enkele suggesties veel meer stimulerende aandacht van de besturende Col-

leges, van de Senaat en van de faculteiten en subfaculteiten voor de onder-

zoek-zijde van de universiteit, critische inventarisatie van het onderzoek,

stimulering van bezoek aan goede internationale wetenschappelijke bijeen-

komsten en van langduriger verblijf aan buitenlandse onderzoekcentra,

uitnodiging van buitenlandse geleerden als gast-docenten en onderzoekers,

welbewuste vermindering van de administratieve werkzaamheden van do-

centen en staf, vermindering van niet-wetenschappelijke nevenfuncties,

een zeer zuinig zijn met het instellen van commissies e d en een critisch

nagaan of bestaande kunnen worden opgeheven of ingekrompen Voorts

dient in toenemende mate het grote belang van het onderzoek der jonge

stafleden en promovendi beseft te worden, daar het m n deze categorieën

zijn die, bij het snelle voortschrijden van de wetenschap, het wetenschap-

pelijk klimaat van de universiteit in de toekomst vooral zullen bepalen

De docenten hebben de taak in hun afdelingen en instituten dit aan te wak-

keren en te leiden

Samenvattend kan gezegd worden dat in de aanloop-periode van de universi-

teit het onderwijs op uitstekende wijze is opgezet, maar tevens dat m de

naaste toekomst het wetenschappelijk onderzoek het meest te stimuleren

gedeelte van de normale universitaire activiteiten zal behoren te zijn

48

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen